#6 , 19 aug 2010 10:35
“Art.203.§ 1. De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, het toezicht, de opvoeding en de opleiding van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind......”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
‘In het raam van een normale en evolutieve interpretatie moeten onderhouds- en opleidingskosten met betrekking tot een bijkomend universitair diploma of een doctoraatsopleiding tot de ouderlijke plicht van art.203 B.W. worden gerekend,zeker als die studie in het verlengde ligt van de reeds gevolgde opleiding‘[Vred.Antwerpen 25 januari 2005(W./W.),R.W.2004-05,1357].
Hoe UW vrederechter hierover zal oordelen valt hieruit niet met zekerheid af te leiden.
“Hoewel de rechtsspreuk 'onderhoudsgeld kent geen achterstallen' geen rechtsregel met algemene toedracht van het positief recht uitmaakt,dient uit de art.205 tot 211 te worden afgeleid dat de onderhoudsgelden in principe slechts verschuldigd worden wanneer zij door de schuldeiser aangevraagd worden. De in de art.203 en 303 vermelde verbintenissen ten behoeve van de kinderen bestaan echter afgezien van elke vordering die ingesteld wordt ten einde de uitvoering ervan te krijgen‘(Cass. 2 juni 1978,Pas. 1978,I,1142,Arr.Cass. 1978,1173,R.W. 1978-79,904;Cass. 6 februari 1986,J.T. 1987,464).
Het ENKELE verstrijken van de tijd staat dus uw vordering om onderhoudsgeld niet in de weg.
‘l'Enfant majeur,aux besoins de qui il est entièrement pourvu par son père ou par sa mère,ne peut exercer contre l'autre de ses auteurs une action fondée sur les art.205 et 207 et le juge ne peut fixer la part qui incombe à chacun des auteurs que s'il est saisi,à cette fin,d'un recours de l'auteur qui s'aquitte de l'obligation,contre son conjoint.Il ne peut légalement décider qu'un tel enfant est dans le besoin s'il ne constate que cet auteur a déclaré se refuser à continuer à pourvoir entièrement à l'entretien et à la subsistance de l'enfant,soit qu'il se trouvera,après la date du jugement,dans l'impossibilité d'assumer seul cette charge‘(Cass. 7 februari 1963,Pas. 1963,I,647).
Alhoewel het hier gaat om de onderhoudsplicht uit art.205 waarvoor ’behoeftig zijn’ vereist is werd in uw geval VOLDAAN aan ‘De OUDERS dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor...het levensonderhoud...van hun kinderen‘,ook al gebeurde dit door ÉÉN ouder. Het is aan de benadeelde ouder om ‘naar evenredigheid van hun middelen’ daarna te doen in acht nemen.
“Art.577-2.§ 1. Bij ontstentenis van overeenkomsten en van bijzondere bepalingen, wordt de eigendom van een zaak die onverdeeld aan verscheidene personen toebehoort, geregeld als volgt :§ 2. De onverdeelde aandelen worden vermoed gelijk te zijn...Art.2279.Met betrekking tot roerende goederen geldt het bezit als titel...”.(B.W.)
Het is dus aan u om dit bezit als titel te weerleggen met betrekking tot uw eigendom.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/