Dag allen
Een dubbel opendraaiende afscheidingspoort werd bij de buren door firma X geinstalleerd, waarvan één steunpaal verankerd op zijn grond dmv beton, bijkomend op 4 plaatsen met bouten in mijn carportmuur (gevelsteen/metselwerk), langs de buitenzijde van mijn perceel. Simpele proef op de som: de steunpaal heeft een minieme spatie met mijn muur, behoudens op 4 plaatsen waar geen vel papier tussen te krijgen valt.
Voorafgaand aan deze werken had ik nadrukkelijk vermeld aan de buur dat de carport geen dragende functie heeft voor dergelijke objecten, behoudens op één plaats waar we destijds door de aannemer een gewapende betonnen kolom hebben laten gieten binnenin het metselwerk. Dit dan specifiek voor onze eigen toekomstige afscheidingspoort, op ons perceel, aan de binnenzijdes van onze carport. Met andere woorden, op de plaats waar de steunpaal is bevestigd voor de poort van de buurman, is er geen versteviging aangebracht en is de muur dus puur esthetisch.
Ik heb, uit vertrouwen, de werken na voltooiing niet geïnspecteerd, ze werden dan ook uitgevoerd op het perceel van de buur.
Drie partijen werden na mijn vaststelling gecontacteerd: de buurman, architect (inzake stabiliteit) alsook de uitvoerder van de werken. Tot zover geen noemenswaardige respons met enige uitleg.
Ik maak me zorgen over mogelijke schade bij contact met de poort door bv. impact van voertuig of andere waardoor er stenen meegetrokken worden (en er dus gaten ontstaan waardoor stabiliteit mogelijk in het gedrang komt). Buurman vindt het zo'n vaart niet lopen, "de schade wordt dan wel betaald". Naast de emotionele kopzorgen die zoiets op dat moment meebrengt, vind ik het geen aangename gedacht te moeten rekening houden met dergelijke installatie. Ik heb er namelijk niet om gevraagd.
Ik vermoed dat de steunpaal door firma X op deze manier werd bevestigd omdat ze anders onvoldoende steun zou geven aan de poort.
Wat zou een correcte (juridische) stap zijn om te zetten? En wat zou een mogelijk verloop van dergelijke procedure inhouden?