@ Peterken,
De kinderen mogen persoonlijk in het belastbare tijdperk geen bestaansmiddelen hebben gehad die meer dan 1.800 EUR netto bedragen. Dat bedrag van 1.800 EUR wordt verhoogd tot 2.600 EUR voor kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast en tot 3.300 EUR voor gehandicapte kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast (te indexeren bedragen;
bron:
http://ccff02.minfin.fgov.be/
@ PDR:
Het fiscaal memento van 2010 stelt:
Indien het hoederecht wordt gedeeld, mogen de vrijgestelde gedeelten voor kinderen ten laste tussen de ouders verdeeld worden. Daarvoor is een “gelijkmatig verdeelde huisvesting“ in de zin van de wet van 18 juli 2006 noodzakelijk. De beslissing die het gedeelde hoederecht vaststelt, moet opgenomen worden in een geregistreerde of door een rechter gehomologeerde overeenkomst, of het gevolg zijn van een rechterlijke beslissing. De formaliteiten zijn sinds 2008 vereenvoudigd: de co-ouders moeten niet meer een jaarlijkse aanvraag indienen, maar moeten alleen het gedeelde hoederecht vermelden in de aangifte en een kopie van de bovenvermelde beslissing ter beschikking van de administratie houden.
De vrijgestelde gedeelten voor kinderen ten laste worden dan tussen de co-ouders verdeeld. De voor het kind (of de kinderen) toegekende vrijstelling wordt bepaald zonder rekening te houden met de andere kinderen van het huishouden, en wordt dan gehalveerd, waarbij één helft wordt gevoegd bij de mogelijk bestaande andere vrijstellingen die de belastingplichtige kan genieten. De bijkomende vrijstelling voor kinderen ten laste jonger dan 3 jaar kan worden toegekend aan de coouder die geen uitgaven voor kinderoppas aftrekt.
De vrijgestelde gedeelten voor kinderen ten laste die niet verrekend kunnen worden wegens onvoldoende inkomsten, geven aanleiding tot een terugbetaalbaar belastingkrediet. De verdubbeling van de vrijstelling wegens handicap en de bijkomende vrijstelling voor kinderen jonger dan 3 jaar worden meegerekend. Het terugbetaalbare belastingkrediet wordt berekend tegen de marginale aanslagvoet en wordt beperkt tot 390 euro per kind ten laste.
Bron: Fiscaal memento 2010
http://docufin.fgov.be/intersalgnl/them ... ctueel.htm
@ anderen:
B. Uitkeringen tot onderhoud
Onderhoudsuitkeringen zijn aftrekbaar van de globale netto-inkomsten als de volgende
voorwaarden vervuld zijn:
- de begunstigde mag geen deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige;
- de uitkering tot onderhoud moet verschuldigd zijn in uitvoering van het burgerlijk of gerechtelijk wetboek, of van de wet op de wettelijke samenwoning;
- de betaling moet regelmatig gebeuren of moet in uitvoering van een gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht gebeurd zijn in een later belastbaar tijdperk dan dat waarvoor de uitkering verschuldigd is.
De aftrek is begrensd tot 80% van de gestorte sommen.
Onderhoudsuitkeringen betaald ingevolge een verplichting van een van de echtgenoten, zijn aftrekbaar van diens inkomen. Als de uitkeringen gebeuren ingevolge verplichtingen van beide echtgenoten zijn ze aftrekbaar in verhouding tot de inkomsten van elk van de echtgenoten.
Overeenkomstig art. 132bis, vijfde lid, WIB 92, is de co-ouderschapsregeling slechts van toepassing indien de overeenkomst is geregistreerd of gehomologeerd of de rechterlijke beslissing is genomen op 1 januari van het aanslagjaar.
Zelf heb ik de buitengewone kosten voor mijn kind kunnen inbrengen; veel hangt af van hoe de lokale controleur de circulaires e.d. interpreteert. Dan zou ik bezwaar indienen, maar zorg dan dat dit gebeurt binnen de bezwaarlimieten.
U kan ook een vraag richten aan FOD financiën "Brussel":
http://annu.belbone.be/towv3/index.php4 ... ype_doc=11