Misschien kan je jouw specifieke vraag eens rechtstreeks voorleggen aan het CONTACTCENTER van Financiën ?
http://ccff02.minfin.fgov.be/webForm/public/fin.jsf
SUCCES !
Als we "realistisch" zijn, zou ik, gezien de aparte kadastrering, het eventueel belastbaar voordeel alle aard afzonderlijk berekenen voor het appartement en voor de ongemeubileerde garage.
De reglementaire bepaling lijkt me niet duidelijk te zijn om jouw vragen te kunnen oplossen.
Artikel 18 van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992.
(= voor inkomsten 2016)
Kosteloze beschikking over onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen
Het voordeel wordt forfaitair vastgesteld op 100/60 of 100/90 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed naargelang het een gebouwd of een ongebouwd onroerend goed betreft.
In afwijking van het vorige lid wordt, voor gebouwde onroerende goederen of gedeelten daarvan die ter beschikking worden gesteld door rechtspersonen, het voordeel als volgt vastgesteld:
a) indien het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed kleiner is dan of gelijk is aan 745 EUR: 100/60 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed, vermenigvuldigd met 1,25;
b) indien het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed groter is dan 745 EUR: 100/60 van het kadastrale inkomen van het onroerend goed of het gedeelte van het onroerend goed, vermenigvuldigd met 3,8.
Nochtans, wanneer het betrekken van een goed wordt opgelegd en de belangrijkheid van dat goed duidelijk de persoonlijke behoeften van de betrekker, rekening houdend met zijn maatschappelijke stand en de samenstelling van zijn gezin, te boven gaat, moet bij de vaststelling van het belastbare voordeel slechts rekening worden gehouden met het kadastrale inkomen van een onroerend goed dat aan de werkelijke behoeften van de betrekker beantwoordt.
Wanneer het een gemeubileerde woning betreft, wordt het overeenkomstig de voorgaande leden vastgestelde voordeel met 2/3 verhoogd.
Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt, behalve voor de beoordeling van de in het tweede lid vermelde grens van 745 EUR, het kadastrale inkomen in aanmerking genomen nadat het is geïndexeerd overeenkomstig artikel 518 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.