Art. VI. 103. Worden onder alle omstandigheden, als oneerlijke handelspraktijken beschouwd, de volgende agressieve handelspraktijken :
1° de indruk geven dat de consument het pand niet mag verlaten alvorens er een overeenkomst is opgesteld;
2° de consument thuis opzoeken en zijn verzoek om weg te gaan of niet meer terug te komen negeren, behalve indien, en voor zover gerechtvaardigd volgens de wettelijke of reglementaire bepalingen, wordt beoogd een contractuele verplichting te doen naleven;
3° hardnekkig en ongewenst aandringen per telefoon, fax, e-mail of andere afstandsmedia, onverminderd :
a) de wettelijke of reglementaire bepalingen die dit toelaten om de uitvoering van een contractuele verplichting te verzekeren;
b) artikel VI. 110; en
c) artikel XII. 13;
4° een consument die op grond van een verzekeringspolis een vordering indient, om documenten vragen die redelijkerwijs niet relevant kunnen worden geacht om de geldigheid van de vordering te beoordelen, dan wel systematisch weigeren antwoord te geven op daaromtrent gevoerde correspondentie, met de bedoeling de consument ervan te weerhouden zijn contractuele rechten uit te oefenen;
5° kinderen er in reclame rechtstreeks toe aanzetten om geadverteerde producten te kopen of om hun ouders of andere volwassenen ertoe over te halen die producten voor hen te kopen;
6° vragen om onmiddellijke dan wel uitgestelde betaling of om terugzending of bewaring van producten die de onderneming heeft geleverd, maar waar de consument niet om heeft gevraagd;
7° de consument uitdrukkelijk meedelen dat, als hij het product niet koopt, de baan van de betrokkene of de bestaansmiddelen van de onderneming in het gedrang komen;
8° de bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen dan wel door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen of een ander soortgelijk voordeel zal behalen,
- als er in feite geen sprake is van een prijs of een ander soortgelijk voordeel; of
- als het ondernemen van stappen om in aanmerking te kunnen komen voor de prijs of voor een ander soortgelijk voordeel afhankelijk is van de betaling van een bedrag door de consument of indien daaraan voor hem kosten zijn verbonden.
Het lijkt me een optie om een AZ te sturen naar de leverancier dat bij gebrek aan bewijzen u niet zal betalen en dat u, indien de tegenpartij dit voor het gerecht brengt, bij afwezigheid van bewijzen een schadevergoeding voor roekeloos/tergend geding zal gevorderd worden. Kwestie van hem vlug tot zwijgen te brengen.De leverancier heeft me vandaag gebeld. Hij wil de bewijzen niet per mail of per post bezorgen. Hij wou alleen langskomen maar wil de bewijzen niet overlaten. Gezien ik die persoon niet over de vloer wil heb ik geweigerd. Dan zien we mekaar voor de vrederechter heeft hij gezegd en was heel zeker van zijn stuk.
dat laatste mag hij toch gerust zeggen? Hij weerlegt gewoon de claim van de tegenpartij, het is de tegenpartij die moet bewijzen dat er wél iets besteld zou zijn (bij hen).Idem voor het feit dat u niets besteld heeft; als u dit argumenteert, moet u dit ook kunnen bewijzen.