“Art.1322.Een onderhandse akte...heeft tussen de
ondertekenaars van de akte...dezelfde bewijskracht als een authentieke akte."(Burgerlijk Wetboek).
‘In gewone omstandigheden geldt een geschrift enkel als bewijs wanneer het ondertekend is‘(Cass. 13 november 1930,Pas. 1930,I,356)
“Art.1347.De hiervoor bepaalde regels lijden uitzondering, wanneer er een
begin van bewijs door geschrift aanwezig is.Men noemt begin van bewijs door geschrift elke geschreven akte die uitgegaan is van degene tegen wie de vordering wordt ingesteld, of van de persoon door hem vertegenwoordigd, en waardoor het beweerde feit waarschijnlijk wordt gemaakt.”(Burgerlijk Wetboek).
De mail is een geschreven akte die uitgegaan is van degene tegen wie de vordering wordt ingesteld en die het beweerde feit waarschijnlijk kan maken.
‘Wanneer van een verbintenis een begin van bewijs door geschrift bestaat,kan het bewijs van die verbintenis geleverd worden door gewichtige,bepaalde en met elkaar overeenstemmende
vermoedens’(Cass. 26 oktober 1950,Pas. 1951,I,96) alsmede door
getuigen.
Ga volledigheidshalve naar (Belgische wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in
http://just.fgov.be/.Klik voor WetBOEKEN in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts.Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten.