Dit lijkt mij niet zo eenvoudig te zijn. Het is hoofdzakelijk een feitenkwestie: was het portier duidelijk zichtbaar? Tegen de bestuurder van het geparkeerde voertuig pleit dat het donker was. Dan is een portier minder goed zichtbaar. Er werd geoordeeld:
Pol. Mechelen nr. 11A7234, 29 februari 2012, VAV 2012, afl. 5, 350
I. De feiten
Uit de voorgebrachte stukken, w.o. een aanrijdingsformulier,
blijkt dat om 16.15 u. J.F. vanuit de Frederik Peltzerstraat de
voor hem links gelegen Spuilei wenste in te draaien. Op dat
ogenblik was E.V. haar baby in het voertuig aan het plaatsen
en stond het portier geopend. Dit voertuig stond als eerste in
de parkeerstrook opgesteld. Het kwam hierbij tot een aanrijding.
II. In rechte
1. T.a.v. de aansprakelijkheid
[...]
Aan de hand van de schets stelt de Rechtbank vast dat het
portier zich deels over de rijbaan bevond. Dit is logisch gelet
op het feit dat het blijkbaar om een smalle parkeerstrook ging.
Het is duidelijk dat ten deze door openlaten van het portier
er geen hinder was voor de andere weggebruikers. Het openstaande
portier was bovendien niet de oorzaak van het ongeval.
Het portier van het voertuig van E.V. vormde voor J.F. een
perfect voorzienbare hindernis. Het stond als eerste in de
parkeerstrook opgesteld.
Hij die afdraait moet m.n. nagaan of hij de beoogde straat of
inrit kan indraaien en of deze wei vrij is om zijn afdraaibeweging
te kunnen voleindigen (zie en vergelijk met Vred.
Brussel 18 maart 1985, Verkeersrecht 1985/142, p. 204; Brussel
13 mei 2002, R.G.A.R. 2004, nr. 13.883).
Het ongeval deed zich voor bij klaarlichte dag.
J.F. pleegde dan ook een inbreuk op het artikel 10.1.3° van
het Wegverkeersreglement.
* J.F. is dan ook ingevolge voormeld artikel aansprakelijk en
zijn fout is derhalve de enige en onmiddellijke oorzaak van
deze aanrijding.
Maar er werd ook geoordeeld
Pol. Mechelen nr. 09A6637, 27 oktober 2010, VAV 2011, afl. 2, 132
I. De feiten
Uit de voorgebrachte stukken, w.o. een aanrijdingsformulier,
blijkt dat om 18.30u. J.T. de Stationsstraat
volgde. Op dat ogenblik stond de personenwagen Opel
geparkeerd en had F.V. zijn linkerportier geopend. Het
kwam hierbij tot een aanrijding.
II. In rechte
1. T.a.v. de aansprakelijkheid
[...]
* Ter beoordeling van de aansprakelijkheid inzake
dient op de eerste plaats uitgegaan te worden van
artikel 28 van het Wegverkeersreglement, hetwelk letterlijk
stelt: “Het is verboden het portier van een voertuig
te openen of open te laten, in- of uit een voertuig
te stappen, zonder er zich van vergewist te hebben dat
dit de andere weggebruikers niet in gevaar kan brengen
of hinderen.”
Deze bepaling verbiedt niet alleen het onvoorzichtig
openen van een portier, maar tevens het onvoorzichtig
openlaten ervan
[...]
De hamvraag die zich hier stelt, bestaat erin te weten
of het portier van het voertuig van F.V. een hindernis
vormde.
Zeer belangrijk hierbij is het feit dat de Stationsstraat
op die plaats voorzien is van (vrij) smalle rijstroken,
de parkeerstroken (net) voldoende breed zijn voor
een personenwagen, de toegelaten snelheid er 50 km/u
is (het gaat alleszins niet om een 30 km-zone) en de
fotokopies van de foto's duidelijk maken dat het om
een rijbaan met vrij druk verkeer gaat.
Men kan stellen dat het openlaten van een portier in
een drukke niet al te brede straat met zich meebrengt
dat hierdoor het doorgaand verkeer gehinderd wordt.
Het feit dat F.V. naast zijn voertuig stond, is niet ter
zake. Mogelijk stond hij nog op de parkeerstrook. Het
is duidelijk dat het portier buiten de parkeerstrook
kwam en derhalve deels over de rijbaan hing (zie
schets getuige).
De omstandigheden wijzen erop dat J.T. de openstaande
deur niet kon opmerken of er diende op te anticiperen.
Hij werd dan ook geconfronteerd met een onvoorzienbare
hindernis. Er werd nooit beweerd dat J.T.
buiten de rijstrook reed. Er wordt dan ook geen fout in
hoofde van J.T. aangetoond.
* F.V. is dan ook ingevolge voormeld artikel 28 aansprakelijk
en zijn fout is derhalve de enige en onmiddellijke
oorzaak van deze aanrijding.
U kan in het kader van de rechtsbijstandsverzekeraar advies vragen van een advocaat. Als die een redelijke kans van slagen ziet bij een gerechtelijke procedure (ik gok erop dat hij dat zal doen) moet de rechtsbijstandsverzekeraar de kosten van de procedure dragen. Ziet de advocaat geen redelijke kans op slagen dan moet u de helft van zijn ereloon voor het advies betalen, de rechtsbijstandsverzekeraar de andere helft.
Ik vrees wel dat door het feit dat het donker was u uiteindelijk in het ongelijk zal gesteld worden.