U stuurt de huurder aangetekend en per gewone post dat u zich op datum x zal aanbieden om uur y om het pand na te kijken (gewoon uur en dag minimun drie weken na verzenden brieven). U wijst in het schrijven op de diverse problemen in het verleden waarmee hij steeds een dergelijk toegestaan nazicht heeft verijdeld. U wijst de huurder erop dat deze schrijvens een laatste poging van u zijn om de zaak te regelen en dat bij het niet kunnen uitvoeren van dit bezoek het schrijven geldt als enige en definitieve ingebrekestelling. Dat u dan bijgevolg verplicht zal zijn om op zijn kosten dit jaarlijks recht bij vonnis en tegen dwangsom op zijn kosten af te dwingen bij het lokale vredegerecht. U wijst de huurder op de kostprijs die hoog kan oplopen door gerechtskosten, rechtsplegingsvergoeding, betekenen vonnis door een gerechtsdeurwaarder en onkosten.
U sluit uw schrijven af met: enkel voor de goede orde en om kennisname te garanderen overeenkomstig art 53bis Ger.W. wordt dit schrijven u zowel per gewone post als aangetekend verzonden.
Met vriendelijke groeten uiteraard.
Dank voor de uiteenzetting van de correcte procedure, doch het 2de deel van mijn vraag is nog steeds geldig.
Stel ik bied mij aan op vermeld tijdstip en de huurder weigert mij toegang. Op dat ogenblik kan ik naar de vrederechter stappen.
Op de rechtbank ontkent de huurder echter mijn klacht en zegt dat ik niet ben komen opdagen op vermeld tijdstip, en legt hierbij de bal terug in mijn kamp.
Hoe bewijs ik dat de huurder niet de waarheid vertelt.