#1 , 20 sep 2013 10:30
Beste,
Hopelijk vind ik hier wat duidelijkheid in een zeer verwarrende situatie.
In essentie zijn mijn vragen de volgende:
- volgens welke criteria wordt iemand als samenwonend dan wel alleenstaand beschouwd door de RVA?
- wat zijn de criteria of definiërende context voor de RVA om voor samenwoners te spreken van een 'tijdelijke afwezigheid'
Enige context:
Door onverwachte omstandigheid moest ik tijdelijk verhuizen naar het adres van mijn moeder, die langdurig werkloos is. Zelf ben ik doctoraatsstudent. Op aandringen van mijn moeder, die volledig correct wou zijn naar de RVA (en OCMW) toe, heb ik dan einde maart mijn domicilie bij haar geplaatst (op die moment in het gedacht dat een doctoraatsbeurs, die voor de fiscus niet meetelt als inkomen, en die bij niet-werkloze ouders zou betekenen dat ik zelfs ten laste zou zijn, niet zou meetellen als inkomen - later bleek dan dat deze beurs wèl meetelt maar OK tot daar aan toe). Exact twee weken later ben ik voor drie maanden, april-mei-juni in het buitenland gaan werken, dan een maand weer bij mijn moeder, dan een maand weer in het buitenland, nu een maand weer bij mijn moeder, alvorens ik vanaf 1 oktober (6 maanden en 2 weken na de verhuizing) eindelijk terug op mezelf kan gaan wonen en mijn domicilie dus plaatsen op een nieuw adres. Alles bij elkaar ben ik dus 4 maanden weggeweest in deze periode van 6 maanden en 2 weken. Het is ook juist omwille van deze veelvuldige afwezigheid dat ik tijdelijk mijn spullen bij mijn moeder moest parkeren en nu pas op een nieuw adres kan intrekken.
De definitie van RVA luidt:
"Samenwonen betekent dat twee of meerdere personen samen onder hetzelfde dak wonen en gemeenschappelijk de belangrijkste huishoudelijke aangelegenheden regelen. Diegenen die tijdelijk om beroepsredenen een andere verblijfplaats hebben worden eveneens geacht samen te wonen."
Volgens het eerste deel is het duidelijk dat gedurende mijn afwezigheid waarbij ik op een ander continent verbleef niet "onder hetzelfde dak woonde" noch wij, financieel of anders "gemeenschappelijk de belangrijkste huishoudelijke gelegenheden" regelden. Wat er in concreto verstaan wordt onder het tweede deel en wanneer er gesproken wordt van "tijdelijk een andere verblijfplaats hebben", is mij onduidelijk.
In juli, toen ik dit kluwen probeerde ontwarren, werd mij telefonische door HVW aangegeven dat de feitelijke situatie telt, en bij de RVA vertelde men mij ook dat mijn moeder gedurende mijn afwezigheid inderdaad als alleenstaand kon beschouwd worden, en dat wij een rechtzetting konden aanvragen (mijn 'samenwonen' met haar was door mijn moeder aangegeven toen ik mijn domicilie veranderde). Dit hebben wij toen gedaan en voor een volgende periode van afwezigheid het papierwerk ingediend op basis van de feitelijke situatie.
Enige online research, hoewel concrete informatie zeer moeilijk te vinden is, versterkte mijn indruk dat het inderdaad om de feitelijke situatie gaat, en wij volgens de geldende definitie, ondanks mijn domicilie adres, niet samenwonend waren voor de periode van mijn verblijf in het buitenland.
Deze rechtzetting werd uiteindelijk niet goedgekeurd, maar voor de nieuwe periode van afwezigheid kreeg zij wel nieuws dat zij als alleenstaande uitkering zou krijgen. In dit licht, wou ik graag weten op basis van welke regelgeving de RVA de rechtzetting voor de drie eerdere maanden van afwezigheid niet had goedgekeurd. Als reactie op deze vraag krijg ik nu via e-mail te horen dat het de domicilie is die telt om te bepalen dat ik samenwonend was met mijn moeder, en in die situatie dus mijn doctoraatsbeurs ook als inkomen telt en mijn moeder dus terugvalt op een zeer lage uitkering. Er werd bovendien allusie gemaakt op mijn 'tijdelijke afwezigheid' (hoewel in mijn ogen in praktijk dus eerder een tijdelijke aanwezigheid). Intuitief - maar hierover vind ik dus geen verdere specificaties - zou ik denken dat het gaat over een situatie waarin mensen samenwonend zijn voor een relatief langere periode, en dit samenwonen onderbroken wordt door een relatief kortere periode van afwezigheid? In mijn geval was het omgekeerd.
het leidt uiteraard tot veel verwarring dat dezelfde instantie totaal tegenovergestelde informatie geeft over wat de criteria zijn - wij weten ook niet meer wat nu het juiste is om in orde te zijn met het papierwerk, en mijn moeder wilt uiteraard geen uitkering verliezen op basis van misverstanden omtrent de regelgeving.
De vraag is dus: wat zijn nu de criteria om als samenwonend dan wel alleenstaand te worden beschouwd - is het nu het domicilie adres an sich, of hun eigen definitie die telt, en in het laatste geval: op basis van welke bewijsstukken beslissen zij hierover? Verder is het mij ook niet duidelijk in het geval dat we dan toch samenwonend zouden zijn, in welke context of volgens welke criteria de 'tijdelijke afwezigheid' wordt gedefinieerd.
Graag dus hulp om deze regelgeving correct te kunnen begrijpen voor deze situatie, en deze bijgevolg ook correct en te goeder trouw te kunnen toepassen.
Als aanvulling op dit RVA verhaal, stel ik mij gelijkaardige vragen wat betreft het OCMW en hoe zij deze situatie beschouwen. Het is namelijk zo dat bovenop haar lage uitkering van de RVA, mijn moeder tot het leefloon werd bijgepast door het OCMW. Hanteren zij dezelfde definitie van samenwonend vs alleenstaand? Volgens de RMI-wet lijkt het duidelijk "de RMI-wet definieert wat men dient te verstaan onder samenwonen, nl. het feit dat mensen onder eenzelfde dak wonen en hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen." Na de kwestie of mijn moeder dan samenwonend dan wel alleenstaand was, blijft dan ook de vraag of het OCMW zal bijpassen (met terugwerkende kracht), naar het leefloon (zij het het leefloon voor een samenwonende, dan wel een alleenstaande) voor deze periodes.
Eén grote warboel dus, waarin het nu lijkt dat mijn moeder echt voor de volledige periode van 6 maanden en 2 weken terugvalt op een inkomen van rond de 200 euro/maand (haar RVA uitkering als samenwonende langdurig werkloze die voordien halftijds werkte) en waarbij het zeer onduidelijk is of het OCMW hier nog iets zal bijpassen tot het leefloon. Voor de maanden dat ik afwezig was en dus niets met haar huishouden te maken had, ook niet financieel, zou zijn dan moeten rondkomen met 200 euro/maand - dit is uiteraard een totaal onmogelijke opdracht en alles bij elkaar zeer frustrerende situatie.
Alvast erg bedankt aan iedereen die hierover wat klaarheid kan scheppen!!