#6 , 11 dec 2011 20:40
Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties van 2 augustus 2002:
Art. 4. Indien de partijen niet anders zijn overeengekomen met inachtneming van artikel 7, dient elke betaling tot vergoeding van een handelstransactie te gebeuren binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op die :
1° van de ontvangst door de schuldenaar van de factuur of een gelijkwaardig verzoek tot betaling, of
2° van de ontvangst van de goederen of diensten, indien de datum van ontvangst van de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling niet vaststaat of indien de schuldenaar de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling eerder ontvangt dan de goederen of diensten, of
3° van de aanvaarding of controle ter verificatie van de conformiteitvan de goederen of diensten met de overeenkomst, indien de wet of de overeenkomst voorziet in een procedure voor aanvaarding of controle en indien de schuldenaar de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling ontvangt vóór of op de datum waarop de aanvaarding of controle plaatsvindt.
Wet betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument van 20 december 2002:
Art. 6. § 1. Elke minnelijke invordering van een schuld dient te starten met een schriftelijke ingebrekestelling gericht aan de consument. Deze ingebrekestelling dient op een volledige en ondubbelzinnige wijze alle gegevens omtrent de schuldvordering te omvatten. Zij dient minstens de gegevens, opgesomd in § 2, te bevatten, en er kan maar tot andere invorderingstechnieken worden overgegaan na afloop van de in § 3 vastgestelde termijn.
§ 3. De ingebrekestelling vermeldt een termijn waarbinnen de schuldenaar aan de vordering kan voldoen zonder dat er bijkomende maatregelen ter invordering mogen worden genomen. Deze termijn bedraagt ten minste vijftien dagen, en vangt aan op de datum waarop de schriftelijke aanmaning wordt opgestuurd.