Ik ga ervan uit dat ‘bleek dat alle eigendommen op naam stonden van 1 kind‘ zou inhouden dat die eigendommen aan dat kind geschonken of verkocht WAREN,wat in beide gevallen een authentieke notariële akte vereiste. Vraag aan het hypotheekkantoor een uittreksel betreffende die nauwkeurig vermelde eigendommen. Laat u zo nodig hierin bijstaan door een notaris.
INDIEN hieruit het wanbedrijf ‘bedrog’ (art.496 Strafwetboek) zou blijken dan geldt : “Art.21.Behoudens...verjaart de strafvordering door verloop van tien jaren, vijf jaren of zes maanden, te rekenen van de dag waarop het misdrijf is gepleegd, naar gelang dit misdrijf een misdaad, een wanbedrijf of een overtreding is.”(17 APRIL 1878. - WET HOUDENDE DE VOORAFGAANDE TITEL VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING).
Burgerlijk geldt : “Art.2262.Alle zakelijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van dertig jaar...”(Burgerlijk Wetboek).
Na uw grootvaders overlijden treden zijn erfgenamen in zijn plaats als rechtsopvolgers.
We vrezen dat het ene kind geld heeft gekregen/genomen van de rekening van de moeder en daarmee de huizen heeft gekocht. In dit geval staan we vrij machteloos, het enige wat we kunnen zeggen is dat ze als beginnend verpleegster nooit zoveel geld kan gehad hebben.
Zeker zijn we natuurlijk pas als we, zoals u zegt die authentieke aktes opzoeken.
Mijn grootvader zelf leeft nog. Er is nooit een echte verdeling geweest, sterker nog, er WAS niks te verdelen, de rekening was leeg, eigendommen waren weg en alles van waarde was uit het ouderlijk huis meegenomen.
De 3 broers hebben moeten samenleggen om de begrafenis te kunnen betalen!!
We vermoeden dat dat ene kind(de enige dochter) al die zaken heeft kunnen regelen terwijl mijn grootvader en 1 broer voor negen jaar in Afrika zaten in het kader van ontwikkelingshulp. (ze was de jongste en is ook het langst in het ouderlijk huis gebleven).
Ik laat iets weten als we de aktes gezien hebben
Dank alvast voor uw reactie!