Elk beding in een huurcontract dat anders stipuleert dan de toegelaten opzegvoorwaarden is nietig.
Art. 9. Overdracht van het gehuurde goed.
Indien de huurovereenkomst een vaste dagtekening voor de vervreemding van het gehuurde goed heeft, treedt de verkrijger om niet of onder bezwarende titel in de rechten en verplichtingen van de verhuurder (op de datum van het verlijden van de authentieke akte), zelfs indien de huurovereenkomst het recht van uitzetting in geval van vervreemding bedingt. <W 1997-04-13/43, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
Hetzelfde geldt wanneer de huurovereenkomst geen vaste dagtekening voor de vervreemding heeft, indien de huurder het verhuurde goed sinds ten minste zes maanden betrekt. In dat geval kan de verkrijger evenwel de huurovereenkomst te allen tijde beëindigen, om de redenen en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3, §§ 2, 3 en 4, mits aan de huurder, op straffe van verval, een opzegging van drie maanden wordt betekend binnen drie maanden te rekenen (van de datum van het verlijden van de authentieke akte) tot vaststelling van de overgang van eigendom. <W 1997-04-13/43, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
om de huurder er vervroegt uit te krijgen zijn er twee mogelijkheden:
- contract werd niet geregistreerd. --> art.9
- onderling akkoord tussen de eigenaar en huurder op het ogenblik dat dit wordt afgesproken. (een akkoord tussen de oude eigenaar en de huurder is niet tegenstelbaar aan derden, o.a. de nieuwe eigenaar.)