#5 , 03 jan 2014 08:18
Voor uw roerende goederen geldt :
“Art.1325. Onderhandse akten die wederkerige overeenkomsten bevatten, zijn slechts geldig voor zover zij opgemaakt zijn in zoveel originelen als er partijen zijn die een onderscheiden belang hebben.
Eén origineel is voldoende voor allen die hetzelfde belang hebben.
In elk origineel moet vermeld worden hoeveel originelen zijn opgemaakt.
Echter kan het ontbreken van de vermelding dat de originelen in tweevoud, drievoud enz., zijn opgemaakt niet ingeroepen worden door hem die zijnerzijds de overeenkomst heeft uitgevoerd, welke in de akte is vervat.
Voor uw dochter geldt:
“Art.374.§ 1. Wanneer de ouders niet samenleven, blijven zij het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen en geldt het in artikel 373, tweede lid, bepaalde vermoeden.
Bij gebreke van overeenstemming over de organisatie van de huisvesting van het kind, over de belangrijke beslissingen betreffende zijn gezondheid, zijn opvoeding, zijn opleiding en zijn ontspanning en over de godsdienstige of levensbeschouwelijke keuzes of wanneer deze overeenstemming strijdig lijkt met het belang van het kind, kan de bevoegde rechter de uitoefening van het ouderlijk gezag uitsluitend opdragen aan één van beide ouders.
Hij kan eveneens bepalen welke beslissingen met betrekking tot de opvoeding alleen met instemming van beide ouders kunnen worden genomen.
Hij bepaalt de wijze waarop de ouder die niet het ouderlijk gezag uitoefent, persoonlijk contact met het kind onderhoudt. Dat persoonlijk contact kan enkel om bijzonder ernstige redenen worden geweigerd. De ouder die niet het ouderlijk gezag uitoefent, behoudt het recht om toezicht te houden op de opvoeding van het kind. Hij kan bij de andere ouder of bij derden alle nuttige informatie hieromtrent inwinnen en zich in het belang van het kind tot de jeugdrechtbank wenden.
In elk geval bepaalt de rechter de wijze waarop het kind wordt gehuisvest en de plaats waar het in het bevolkingsregister wordt ingeschreven als hebbende aldaar zijn hoofdverblijf.
§ 2. Ingeval de ouders niet samenleven en hun geschil bij de rechtbank aanhangig wordt gemaakt, wordt het akkoord over de huisvesting van de kinderen door de rechtbank gehomologeerd, tenzij het akkoord kennelijk strijdig is met het belang van het kind.
Bij gebrek aan akkoord, in geval van gezamenlijk ouderlijk gezag, onderzoekt de rechtbank op vraag van minstens één van de ouders bij voorrang de mogelijkheid om de huisvesting van het kind op een gelijkmatige manier tussen de ouders vast te leggen.
Ingeval de rechtbank echter van oordeel is dat de gelijkmatig verdeelde huisvesting, niet de meest passende oplossing is, kan zij evenwel beslissen om een ongelijk verdeeld verblijf vast te leggen.
De rechtbank oordeelt in ieder geval bij een met bijzondere redenen omkleed vonnis, en rekening houdend met de concrete omstandigheden van de zaak en het belang van de kinderen en de ouders.”(Burgerlijk Wetboek).
Ook uw overeenkomst betreffende uw dochter kan u vastleggen in een onderhandse akte. Die akte is evenwel slechts afdwingbaar indien u ze laat homologeren door de jeugdrechter. “Art.45.De zaak wordt bij de jeugdrechtbank aanhangig gemaakt : 1. in de aangelegenheden bedoeld in titel II, hoofdstuk II,(=Burgerrechtelijke bepalingen) van deze wet...bij een verzoekschrift ondertekend, al naar het geval door...de vader, de moeder...”(8 APRIL 1965. - Wet betreffende de jeugdbescherming...).Kopieer daartoe de tekst van art.1034ter Gerechtelijk Wetboek en gebruik deze als invulformulier,mits omzetting in briefvorm. U kan in PRINCIPE dit verzoekschrift indienen en de procedure afhandelen zonder advocaat.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/