Erfrecht langstlevende echtgenoot

paul.nijs@nilan.be
Topic Starter
Berichten: 25

Erfrecht langstlevende echtgenoot

#1 , 05 jul 2010 10:16

Ingevolge de wet van 1981 erft de langstlevende echtgenoot minstens het vruchtgebruik van de gezinswoning. Hij of zij is ook de enige die dit vruchtgebruik kan laten omzetten in bv. een geldsom of een rente.
Indien de woning deels eigendom is van de man (voor de helft volle eigendom en 1/4de vruchtgebruik) en deels eigendom van een dochter uit eerste huwelijk, stelt zich een probleem.
De dochter uit eerste huwelijk wil nl. de woning verkopen op basis van artikel 815 B.W. (niemand kan verplicht worden om in overdeeldheid te blijven).
Kan dit zomaar en waar zijn dan de rechten als langstlevende echtgenoot (die dus uit de gezinswoning kan gezet worden)?
'Sapiens nihil affirmat qoud non probet'
Een verstandig man beweert niets dat hij niet bewijzen kan.

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
roharro
Berichten: 13438
Juridisch actief: Ja
Locatie: Plopsaland

#2 , 05 jul 2010 12:30

Aangezien het de gezinswoning betreft kan het vruchtgebruik (van de langstlevende echtgenoot) slechts worden stopgezet of omgezet in een geldsom mits akkoord van die vruchtgebruiker. Indien de vruchtgebruiker geen toestemming geeft kan de dochter uit het eerste huwelijk trachten de woning te verkopen, maar dat zal het recht op vruchtgebruik niet doen verdwijnen. Het zal dus zeer moeilijk zijn om een koper te vinden voor die woning.
Iedere wijze uil is ooit een uilskuiken geweest.

paul.nijs@nilan.be
Topic Starter
Berichten: 25

#3 , 05 jul 2010 14:10

Opgelet, een omzetting van een VG is juridisch geheel iets anders dan een vordering tot uit-onverdeelheid-treding. Tussen de vruchtgebruiker en de blote eigenaar bestaat immers juridisch geen "onverdeeldheid" (is een beetje eigenaardig en men vergist zich hier vaak in), maar in dit geval is er daarentegen wel degelijk sprake van een onverdeeld eigendomsrecht ingevolge het overlijden van de moeder. De dochter uit het 1e huwelijk kan zich daarom beroepen op art. 815, al. 1 van het burgerlijk wetboek : "niemand kan worden genoodzaakt in onverdeeldheid te blijven; en de verdeling kan te allen tijde worden gevorderd, niettegenstaande enige hiermee strijdige verbodsbepaling of overeenkomst". Deze bepaling kan men zoals gezegd niet inroepen bij een omzetting van een VG (en precies om die reden voorziet het B.W. in een eigen specifieke regeling voor de omzetting van een VG), maar dus wel bij een gewone vordering tot uit-onverdeeldheid-treding zoals hier het geval is. Art. 827 B.W. voegt daar nog aan toe dat men die verdeling via een openbare verkoop kan vorderen indien er geen verdeling in natura mogelijk blijkt. Aangezien men hier geen omzetting van het VG vraagt op basis van art. 745 BW, maar een uit-onverdeelheid-treding krachtens art 815 BW (dat overigens van dwingend recht is), vrees ik dat de 2e echtgenote zich in dit geval helaas niet kan beroepen op de bescherming van art. 745 BW.
Wat is de mening van het forum hieromtrent ?
'Sapiens nihil affirmat qoud non probet'
Een verstandig man beweert niets dat hij niet bewijzen kan.

Reclame

roharro
Berichten: 13438
Juridisch actief: Ja
Locatie: Plopsaland

#4 , 05 jul 2010 20:04

Inderdaad is omzetting vruchtgebruik iets anders dan uit onverdeeldheidstreding. Maar aangezien één van de mede-eigenaars het vruchtgebruik heeft van de gezinswoning kan men hem dat vruchtgebruik niet ontnemen.

Als ik de vraag correct heb begrepen is de geschetste situatie eigenlijk niet verschillend van het klassieke geval waar één van de echtgenoten overlijdt terwijl er één of meer kinderen zijn. Als de gezinswoning gemeenschappelijke eigendom was dan blijft de helft volle eigendom van de langstlevende en wordt het deel van de overleden ouder geerfd door de kinderen in blote eigendom. De langslevende ouder krijgt het levenslange vruchtgebruik. De kinderen kunnen geen afstand van dat vruchtgebruik eisen aangezien het de gezinswoning is. De ouder kan dus NIET uit de gezinswoning worden gezet.

In de veronderstelling dat ingevolge art. 815 B.W. een openbare verkoop zou geforceerd worden zal dat geen gevolgen hebben voor het vruchtgebruik. De mogelijke kopers zullen het recht op vruchtgebruik van de ouder dus moeten respecteren, zolang hij leeft. De kopers zullen dus eerst volle eigenaar worden na zijn overlijden. Bijgevolg kan verwacht worden dat de verkoopwaarde van de woning laag zal zijn.
Iedere wijze uil is ooit een uilskuiken geweest.

wanton
Berichten: 10079
Locatie: HEIST , bij-den-berg

#5 , 05 jul 2010 20:07

Dag Paul , lang geleden dat ik nog iets van U gehoord had. Gegroet!
Ik ben met U akkoord dat de dochter in het voorgestelde geval het recht heeft om de uit-onverdeeldheid-treding te vragen , omdat zij reeds voor een deel de volle eigendom bezit. Bij blote eigendom alleen in haar bezit zou dit niet mogelijk zijn. Indien de man of zijn echtgenote haar niet uitbetalen , kan de verkoop gevraagd worden.
Het echtpaar bezit blijkbaar maar 5/8 vruchtgebruik van de woning , dat is ook het maximum dat de echtgenote kan bekomen. Van een gedeeltelijk VG heb ik nog niet gehoord. Eventueel moet voor de overige 3/8 huur betaald worden , maar garantie op 'woningbescherming ' is er mi. niet. Bovendien zou de dochter na het overlijden van vader nog een deel erven.
Blijkbaar is de relatie van de dochter met vader en/of stiefmoeder niet goed. Ook is er duidelijk wel een hiaat in de wetgeving en zou er een wettelijke beslissing voor dergelijke gevallen moeten zijn.
Ik heb gisteren gezien , ik ken morgen!
Toet-anch-Amon

paul.nijs@nilan.be
Topic Starter
Berichten: 25

#6 , 05 jul 2010 21:57

Het is inderdaad een heel delicaat probleem.
Dit is de situatie: vader heeft in eerste huwelijk een dochter. Er is een gemeenschappelijk huis.
Moeder sterft in 1962 en laat als enige erfgenamen na: haar echtgenoot en de dochter.
Uit het attest van eigendom, afgeleverd door het bevoegde registratiekantoor, blijkt dat de woning als volgt werd toebedeeld:
Vader één helft volle eigendom + één vierde vruchtgebruik; de dochter uit eerste huwelijk één vierde volle eigendom en één vierde blote eigendom.
Vader hertrouwt (voor 1976). Er wordt een huwelijkscontract gemaakt waarin vader een levenslang vruchtgebruik op de gezinswoning toekent aan zijn echtgenote.
Uit dit tweede huwelijk wordt nog een dochter geboren.
Thans is vader overleden en laat na als enige erfgenamen zijn echtgenote in tweede huwelijk, zijn dochter uit eerste huwelijk en zijn dochter uit tweede huwelijk.
De dochter uit eerste huwelijk vraagt de uit onverdeeldheidtreding via verkoop van de woning en eist huurgeld van de moeder voor de periode vanaf het overlijden van haar vader.
Moeder vreest nu dat zij uit de woning zal gezet worden.
'Sapiens nihil affirmat qoud non probet'
Een verstandig man beweert niets dat hij niet bewijzen kan.

roharro
Berichten: 13438
Juridisch actief: Ja
Locatie: Plopsaland

#7 , 05 jul 2010 22:17

Eigenlijk heeft hij in dat contract het vruchtgebruik aan zijn echtgenote toegekend van iets dat niet volledig aan hem toebehoorde.
Zelfde doet zich voor als 2 broers A en B samen een huis erven hetwelk daarna als gezinswoning wordt bewoond door één van de broers. Als die broer overlijdt erft zijn echtgenote slechts het vruchtgebruik van de helft van het huis....
Iedere wijze uil is ooit een uilskuiken geweest.

wanton
Berichten: 10079
Locatie: HEIST , bij-den-berg

#8 , 05 jul 2010 23:11

Moeder vreest nu dat zij uit de woning zal gezet worden.
Vermits dochter uit eerste huwelijk een deel volle eigendom bezit , vrees ik dit ook. Deze erft dus nog een stuk bij. Indien stiefmoeder en de andere dochter haar niet kunnen uitkopen , kan verkoop gevorderd worden.

Heb in de buurt hier een identieke situatie , die ook dateert van voor 1976.
Ik heb gisteren gezien , ik ken morgen!
Toet-anch-Amon

Terug naar “Erfrecht & Schenkingen”