#10 , 26 feb 2010 10:07
Als het een niet wettige titel is mag men 100 beroepsverenigingen opstarten die hebben dan evenmin enige wettige grond. Ik moet daar geen lid van zijn.
Mij hebben ze nog nooit een brief gestuurd om lid te worden en als ze het zouden doen op basis van wat zou ik lid worden??
Wat de klacht betreft laster en eerroof - dat is een strafbaar feit - een burgerlijke rechter zal daar misschien een uitspraak over doen NADAT er een veroordeling is - rechtstreeks is die dus niet bevoegd - klacht vermoedelijk zelfs niet ontvankelijk.
Het is de strafrechtbank die exclusief bevoegd is. Daar kan men eveneens een burgerlijke partijstelling doen en alzo 1€ morele schadevergoeding vragen enz( buiten de andere vormen van schadevergoeding).
Dat het laster of en eerroof zou zijn moet dus ook voldoen aan voorwaarden. De advocaat van de tegenpartij die dat verslag gebruikt ...wel die mag alles gebruiken en dat is geen laster of eerroof.
Zelfs niet als die therapeut als getuige zou zijn opgeroepen - gezien hij aan niets gebonden is mag hij perfect zeggen dat volgens hem die zwarte muur wit is.
Zolang dat niet ergens andere en vb in het publiek gebeurd volgens de rechtsregels die bepalen wanneer het laster en/of eerroof is.
Ik geef hierbij de basis artikels uit het strafwetboek -
HOOFDSTUK V Aanranding van de eer of de goede naam van personen
ART. 443
Hij die in de hierna aangeduide gevallen aan een persoon kwaadwillig een bepaald feit ten laste legt, dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen, en waarvan het wettelijk bewijs niet wordt geleverd, is schuldig aan laster, wanneer de wet het bewijs van het ten laste gelegde feit toelaat, en aan eerroof, wanneer de wet dit bewijs niet toelaat.
Wordt een genoegzaam bewijs geleverd, dan geeft de tenlastelegging geen aanleiding tot enige strafvervolging ]
(W. 11.10.1919 - enig art. - B.S. 29/30.3.1920)
ART. 444
De schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot tweehonderd frank, wanneer de tenlasteleggingen geschieden:
Hetzij in openbare bijeenkomsten of plaatsen;
Hetzij in tegenwoordigheid van verscheidene personen, in een plaats die niet openbaar is, maar toegankelijk voor een aantal personen die het recht hebben er te vergaderen of ze te bezoeken;
Hetzij om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen;
Hetzij door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden, die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden;
Hetzij ten slotte door geschriften, die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden.
ART. 445
Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van vijftig frank tot duizend frank wordt gestraft:
Hij die schriftelijk bij de overheid een lasterlijke aangifte indient;
Hij die schriftelijk aan een persoon lasterlijke aantijgingen tegen zijn ondergeschikte toestuurt.
ART. 446
Laster en eerroof jegens een gesteld lichaam worden op dezelfde wijze gestraft als laster en eerroof jegens individuele personen.
ART. 447
Hij die van laster beticht wordt wegens tenlasteleggingen, gericht, hetzij tegen dragers of agenten van het gezag of tegen enig persoon met een openbare hoedanigheid bekleed, hetzij tegen enig gesteld lichaam, naar aanleiding van feiten in verband met hun bediening, wordt toegelaten om door alle gewone middelen het bewijs van de ten laste gelegde feiten te leveren, behoudens het tegenbewijs door dezelfde middelen.
Indien het een feit betreft dat tot het private leven behoort, mag de dader van de tenlastelegging geen ander bewijs tot zijn verdediging aanvoeren dan het bewijs dat volgt uit een vonnis of uit enige andere authentieke akte.
Indien het ten laste gelegde feit het voorwerp is van een strafvervolging of een aangifte waarover nog geen uitspraak is gedaan, wordt de vordering wegens laster geschorst tot het definitief vonnis of tot de eindbeslissing van de bevoegde overheid.
[ Zo de strafvordering of de tuchtvordering met betrekking tot het ten laste gelegde feit vervallen is, wordt het betrokken dossier bij het dossier van het geding wegens laster gevoegd en wordt de vordering wegens laster hervat.
In geval van een beslissing van seponering of buitenvervolgingstelling betreffende de vordering met betrekking tot het ten laste gelegde feit, wordt de vordering wegens laster hervat, onverminderd een schorsing van deze vordering wanneer het onderzoek met betrekking tot het ten laste gelegde feit een nieuwe gerechtelijke ontwikkeling kent. ]