#2 , 11 feb 2010 21:33
U kan best dringende en voorlopige maatregelen vragen bij de vrederechter op basis van artikel 223 Burgerlijk Wetboek.
Hij regelt voor u bepaalde zaken voorlopig : wie waar moet wonen, wie de lening betaalt, eventueel bijdragen voor de kinderen, wie de auto gebruikt enzovoort...... Let wel: zet goed op een rijtje wat u wil geregeld zien en hoe. De vrederechter heeft namelijk zelf niet te beslissen wat hij zal regelen. Als u dus wil dat hij de lening mee afbetaalt, moet u dat ook uitdrukkelijk vragen, net als alle andere zaken die voor u cruciaal zijn. Die regeling dient om op adem te komen maar stelt nog geen echtscheidingsprocedure in werking.
Wil u dat hij terugkomt? laat hem binnen (in principe heeft u samenwoningsplicht als u gehuwd bent)
wil u dat hij wegblijft: ga naar de vrederechter (zie procedure hierboven) en laat zijn domicilie bij u uitschrijven.
Artikel 223
"Indien een der echtgenoten grovelijk zijn plicht verzuimt, beveelt de vrederechter, op verzoek van de andere echtgenoot, dringende voorlopige maatregelen betreffende de persoon en de goederen van de echtgenoten en de kinderen.
Hetzelfde geschiedt op verzoek van een der echtgenoten, indien de verstandhouding tussen hen ernstig verstoord is.
Indien een echtgenoot zich tegenover de andere schuldig gemaakt heeft aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek, of indien er ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen bestaan, zal de echtgenoot die het slachtoffer is, behalve bij uitzonderlijke omstandigheden, het genot toegewezen krijgen van de echtelijke verblijfplaats indien hij daarom verzoekt.
De vrederechter kan onder meer aan een der echtgenoten verbod opleggen om, voor de tijd die hij bepaalt, eigen of gemeenschappelijke roerende of onroerende goederen, zonder de instemming van de andere echtgenoot, te vervreemden, te hypothekeren of te verpanden; hij kan de verplaatsing van de meubelen verbieden of het persoonlijk gebruik ervan aan een van beide echtgenoten toewijzen.
Daden van vervreemding zijn alle daden bedoeld in artikel 1 van de wet van 16.12.1851 en in artikel 8 van de wet van 10.02.1908.
De vrederechter kan de echtgenoot die de roerende goederen onder zich heeft, verplichten borg te stellen of van voldoende gegoedheid te doen blijken."
Plus est en vous