“Art.48.Tenzij de wet anders bepaalt, zijn de termijnen voor het verrichten van de proceshandelingen onderworpen aan de regels van dit hoofdstuk.Art.53bis.Ten aanzien van de geadresseerde, en tenzij de wet anders bepaalt, worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een kennisgeving op een papieren drager berekend :...2° wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief, vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst.”(Gerechtelijk Wetboek).
De opzegging van de huur is echter geen proceshandeling en valt dus niet onder toepassing van voornoemd art.53bis,zodat er geen wettelijk vermoeden van aanbieding is.
“Art.1315.Hij die de uitvoering van een verbintenis vordert, moet het bestaan daarvan bewijzen...”(Burgerlijk Wetboek).
“Art.870.Iedere partij moet het bewijs leveren van de feiten die zij aanvoert.”(Gerechtelijk Wetboek).
‘B.4. Zoals het Hof reeds in de arresten nrs. 170/2003, 166/2005, 34/2006, 43/2006 en 85/2007 heeft geoordeeld, is het redelijk verantwoord dat de wetgever, om rechtsonzekerheid te vermijden, de termijnen van rechtspleging laat lopen vanaf een datum die niet afhankelijk is van de handelwijze van de partijen. De keuze van de datum van verzending van het aanslagbiljet als aanvangspunt van de beroepstermijn beperkt evenwel het recht van verdediging van de geadresseerden op onevenredige wijze, doordat die termijnen beginnen te lopen op een ogenblik dat zij nog geen kennis kunnen hebben van de inhoud van het aanslagbiljet.B.5. De doelstelling om rechtsonzekerheid te vermijden zou evengoed kunnen worden bereikt indien de termijn zou ingaan op de dag waarop de geadresseerde, naar alle waarschijnlijkheid, kennis ervan heeft kunnen nemen, dit wil zeggen de derde werkdag waarop het aanslagbiljet aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst‘(Grondwettelijk Hof 123/2007,26 september 2007).
Aangetekende zendingen vertrekken noodzakelijk tijdens de kantooruren en worden in de regel daags nadien aangeboden. Hieruit kan afgeleid worden dat de ‘tweede werkdag’ de dag van ‘aanbieding’ is en niet meetelt IN de termijn.
‘Er wordt algemeen aangenomen dat wanneer,behoudens een bijzondere bepaling,een aangetekende zending een termijn doet lopen,het niet de verzending maar de ontvangst is die in overweging moet worden genomen en dat de zending ontvangen is wanneer de brief wordt aangeboden op de woonplaats van de bestemmeling en hem werd afgegeven of wanneer in zijn afwezigheid een bericht werd achtergelaten waarmee hij werd ingelicht over de aanbieding van de zending en van de mogelijkheid haar op te halen bij de post‘[R.v.St. nr.77.889,30 december 1998,A.P.M. 1999,17;zie ook R.v.St. nr.118.123,8 april 2003(M. t. Gem.Drogenbos),R.W.2003-04,1268].
Elke afzender van een aangetekende zending kan deze thans volgen op
http://www.post.be/track/ en het resultaat als bewijs printen. Aldus staat de werkelijke aanbiedingsdatum nauwkeurig vast.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/