#3 , 29 apr 2020 00:19
Jullie wonen 1 jaar samen, dus het huurcontract werd getekend na 1 januari 2019?
Zo ja heb je, als contractueel medehuurder, een individueel opzeggingsrecht. Je kan dan m.a.w. de huur opzeggen allen wat jouw persoon betreft. Dit wordt bovendien dwingend geregeld zodat een eventuele bepaling in jouw huurcontract die dit recht zou beknotten of ontnemen ongeldig is.
Na jouw opzeg kan je nog zes maanden door de verhuurder voor betaling van huur aangesproken worden, tenzij er een nieuwe huurder werd aanvaard.
De specifieke bepaling in de wet:
Artikel 52 Vlaams Woninghuurdecreet:
[...]
§ 3. Een huurder kan de huurovereenkomst opzeggen ten persoonlijke titel onder de voorwaarden, vermeld in deze titel. De vergoeding, vermeld in artikel 20, § 1, tweede lid, en 21, § 2, tweede lid, is niet verschuldigd.
De huurder, vermeld in het eerste lid, kan een nieuwe huurder voorstellen aan de verhuurder en de overblijvende huurder of huurders.
Als de verhuurder en de overblijvende huurder of huurders daar niet binnen drie maanden mee hebben ingestemd, kan de huurder, vermeld in het eerste lid, de rechter verzoeken dat die persoon met ingang van een in de uitspraak te bepalen tijdstip huurder wordt.
De rechter wijst de vordering tot aanvaarding van een persoon als huurder alleen af:
1° als die persoon vanuit financieel oogpunt onvoldoende waarborg biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur;
2° als de overblijvende huurder of huurders uitdrukkelijk te kennen geven die persoon niet te kunnen aanvaarden;
3° als de bezettingsnorm die vastgesteld is krachtens artikel 5, § 1, derde lid, van de Vlaamse Wooncode, zou worden overschreden.
Na aanvaarding door de verhuurder en de overblijvende huurder of huurders of na een rechterlijke beslissing waarin een nieuwe huurder wordt aanvaard, is de huurder, vermeld in het eerste lid, na het verstrijken van de opzeggingstermijn niet langer gehouden tot het nakomen van de huurdersverplichtingen.
Als geen nieuwe huurder wordt voorgesteld of geen nieuwe huurder wordt aanvaard door de verhuurder en de overblijvende huurder of huurders of na een rechterlijke beslissing, kan de verhuurder de huurder, vermeld in het eerste lid, gedurende zes maanden nadat hij geen huurder meer is, aanspreken voor de betaling van de huurprijs.
Raadpleeg voor belangrijke juridische beslissingen altijd een advocaat (met specialisatie in desbetreffende materie) of bevoegde instantie, niet enkel een forum!