#2 , 05 sep 2019 16:29
Ik citeer de heer Jan Nolf:
Wat is een “verschijning” of een “schriftelijke verschijning” ?
Daarmee wordt niets mysterieus bedoeld: enkel dat een advocaat optreedt voor een bepaalde procespartij (vragende partij of opgeroepen partij).
Ofwel komt deze advocaat naar de zitting, ofwel stuurt hij/zij een brief/fax/mail: dit heet dan een “schriftelijke verschijning”.
Het wordt nadrukkelijk onder de aandacht van de advocaten gebracht dat een “schriftelijke verschijning” niet geldt wanneer de aanlegger ‘in persoon’ optreedt. Een schriftelijke verschijning dient ook in (begrijpelijk) Nederlands geformuleerd te worden, gezien de Taalwetgeving.
Ik citeer hier uit de masterproef U-Hasselt, Fatma Ahmed:
In bepaalde gevallen de zaak bij de inleiding niet van aard dat ze kan worden gepleit. Artikel 729 Ger. W. voorziet dan in een mogelijkheid tot schriftelijke verschijning, mits onderling akkoord van de advocaten van beide partijen. In het geschrift zetten de advocaten hun standpunten met betrekking tot de instaatstelling van de zaak uiteen. Deze standpunten leiden dan tot een minnelijke, rechterlijke of vrije instaatstelling
------------------------------------------------------------------------
wat baat kaars en bril, als de uil niet zien en lezen wil.