Is dat in dit geval ook? Het cassatie arrest waarop die redenering gebaseerd is spreekt immers niet over gezinswoning maar over vrijwillige mede-eigendom. Ik zie hier niet in hoe dit voor de TS een vrijwillige mede-eigendom is.Aangezien het de gezinswoning is kan het vruchtgebruik enkel met instemming van de vruchtgebruiker verkocht worden