#5 , 28 mar 2009 10:44
Wat is er speciaal aan deze situatie?
Dat de zoon eigenlijk alleen maar blote eigendom had + dat hij stierf voor zijn moeder + dat U niet onmiddellijk verworpen heeft.
Ik ga maar wat vertellen en dikwijls hetzelfde; het is de bedoeling dat U weet waar U aan toe bent. Geen wetsartikelen dus; een verhaaltje. U zal het begrijpen als U het zelf kunt vertellen
In de normale toestand (= er zijn geen kinderen met schulden en de ouders sterven voor de kinderen) bezitten vader en moeder een huis en huisraad. Dat zit in die gemeenschap van goederen.
Wat gebeurt er als vader sterft? Zijn erfenis wordt eerst samengesteld en dan verdeeld. Het is belangrijk dat U begrijpt hoe die samenstelling gebeurt en hoe die verdeling gebeurt.
Samenstelling: wat bezit vader eigenlijk? In elk geval de 1/2 van de gemeenschap (en misschien nog wat factuurkes te betalen en misschien nog wat eigen goederen maar dat tellen we allemaal niet mee: stelt meestal weinig voor).
Een half huis gaat dus naar moeder in volle eigendom. Het is niet echt correct, maar we noemen dat "haar helft". Dat is van haar en dat zal maar in haar erfenis vallen als zij overlijdt.
(telkens als we "huis "zeggen moet je daar het huisraad bijtellen)
Zoals gezegd heeft vader de andere 1/2: "zijn" helft.
Naar wie gaat de erfenis van vader?
Naar moeder voor het vruchtgebruik, zolang zij leeft.
Naar de 3 kinderen voor de blote eigendom. Pas bij het overlijden van moeder zal haar vruchtgebruik ophouden: de kinderen worden dan volle eigenaar (elk van 1/3 van 1/2 = 1/6) in plaats van blote eigenaar.
Als moeder sterft: zullen de kinderen ook nog haar 1/2 erven (elk 1/6). Elk kind zal dan volle eigenaar worden van 1/6 door ophouding van het vruchtgebruik van moeder + volle eigenaar van nog 1/6 door erfenis van moeder.
Elk kind zal dan bezitten: 2/6 in volle eigendom.
Wat is er belangrijk? Dat je het verschil ziet tussen de eerste erfenis en de 2de. Tussen volle eigenaar worden door ophouding vruchtgebruik (men is al blote eigenaar en wordt volle eigenaar) en volle eigenaar worden door erfenis.
Men betaalt maar erfenisrechten op een echte erfenis. Een ophouding van vruichtgebruik is "gratis": men heeft dan al erfenisrechten betaald bij de 1ste erfenis (van de blote eigendom). Vandaar dat men nooit mag zeggen dat men 2 keer moet betalen op hetzelfde: eens bij erfenis moeder en eens bij erfenis vader. Nee, men betaalt bij erfenis vader op de erfenis van vader (dan was je met 4: moeder betaalde ook omdat ze ook iets heeft geërfd namelijk vruchtgebruik) en bij erfenis moeder enkel op de erfenis van moeder (dan ben je maar met 3 meer).
**************
Van de situatie met 3 blote eigenaars-erfgenamen van een half huis merkt moeder in praktijk niets: ze heeft 1/2 in volle eigendom + 1/2 in vruchtgebruik en moet dus met niemand rekening houden tijdens haar bewoning.
Dan sterft de zoon:
in zijn erfenis zit 1/6 blote eigendom + veel schulden.
Zijn erfgenamen zijn: moeder voor 1/4, broer en zus elk voor 3/8.
Ik ga niet beschrijven wat er zou gebeurd zijn indien U allen de erfenis had verworpen; dat is niet nodig.
U heeft alle drie aanvaard onder boedelbeschrijving. Dat betekent dat U nooit méér moet betalen dan wat U ontvangt uit de erfenis. Maar wat krijgt U uit de erfenis? Blote eigendom: in theorie kan je dat in beslag nemen en verkopen, maar geen enkele gezonde mens geeft daar een normale prijs voor.
Dus gaan de schuldeisers wachten en er voor zorgen dat er geen verjaring kan intreden door af en toe eens de schuld te "herinneren".
Wat is de toestand van elk aan de vooravond van het overlijden van moeder:
Moeder:
a) 1/2 volle eigendom
b) + 1/2 vruchtgebruik
c) + 1/4 van een 1/6 blote eigendom (BE)
d) + evenveel geërfde schulden als op lijn c.
A ja, ze moet evenveel schulden betalen als wat ze kreeg uit de erfenis. Die schulden zijn uitgedrukt in geld; het actief dat ze kreeg zit nog uitgedrukt in een stuk huis.
Broer en zus; elk: a) 1/6 BE
b) + 3/8 van 1/6 BE
c) + evenveel geërfde schulden als op lijn b.
Je kan het nog anders zeggen: iedereen kreeg er een stuk in dat huis bij, maar dat was maar tijdelijk tot...
het overlijden van moeder.
Nu kunnen de schuldeisers wakker schieten. Het vruchtgebruik van moeder houdt namelijk op en er zijn nu maar 2 mensen meer die volle eigenaar geworden zijn van het huis: broer en zus (een stuk uit vaders erfenis; een stuk uit broers erfenis maar dat is een kat in een zak; een stuk uit moeders erfenis).
Het vervolg kan je wiskundig op meerdere manieren ontwarren: het komt allemaal op hetzelfde neer.
Aangezien moeder nog schulden moest betalen aan de schuldeisers van de zoon, erven broer en zus eigenlijk die schulden over. Ze erven natuurlijk ook het stuk huis over dat moeder erfde van haar zoon.
Het einde is simpel:
* broer en zus bezitten nu elk een half huis in volle eigendom
* maar ze moeten samen de schuld betalen die gelijk staat met de erfenis van de zoon en die overeenstemde met 1/6de blote eigendom van het huis.
Het komt er dan op neer een percentage te berekenen voor wat "1/6de blote eigendom van het huis" vertegenwoordigt.
Dat moeten jullie betalen aan de schuldeisers. De interesten hangen af van het soort schuldeisers: overheid of "privé".
Waarom moeten jullie interesten betalen? Omdat de schuld al bestond bij het overlijden van de zoon. Hadden jullie toen betaald, dan waren er geen interesten geweest.