#9 , 06 mar 2018 10:54
Ik tracht nog steeds te begrijpen hoe het nu werkelijk in elkaar zit, niet dat ik niet overtuigd ben van dat in het voorbeeld de omzet 21.000€ maar hoe het komt dat er verschillende antwoorden kunnen ontstaan.
Hegeen opvalt (ook buiten dit forum) is dat omzet vooral gezien word vanuit de rechtspersoon waarbij de algemene begripsomschrijving genegeerd word en overgeschakeld word op de begripsomschrijving uit de vennootschapswetgeving en de jaarrekeningbesluiten.
Ik had mischien moeten verduidelijken dat in de overeenkomst er geen enkele verwijzing is naar de jaarrekening en dat de holding duidelijk als verbonden onderneming is gedefinieerd.
Omzet:
Van dale: de totale verkoop over een bep. tijdvak
koninklijk besluit van 8 oktober 1976:
«Het bedrag van de verkopen en dienstverleningen aan derden die tot de gebruikelijke activiteit van de onderneming behoren, onder aftrek van de op de verkopen toegestane verminderingen;;...».
bovenstaande definitie van omzet vereist nog een verdere verduidelijking mbt “de gebruikelijke activiteit van de onderneming behoren” en ‘de onderneming”
Eerst dient nagegaan te worden wat de “onderneming” is:
Onderneming is “elke eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd”
(HvJ 28 juni 2005, C-189/02, Dansk Rorindustrie et al.v.Commissie,)
“verbonden onderneming”:
De fysieke of rechtspersoon die rechtstreeks of onrechtstreeks controle heeft op, gecontroleerd wordt door of onder gezamenlijke controle staat met een andere fysieke of rechtspersoon....
boekhoudwet: Artikel 3 :
...Wanneer het bedrijf van een onderneming ook werkzaamheden omvat die zij als zaakvoerder of deelgenoot in een tijdelijke handelsvereniging of in een handelsvereniging bij wijze van deelneming verricht, wordt haar boekhouding derwijze aangepast dat ze naar het voorschrift van het eerste lid volledig is, zowel wat betreft de betrekkingen met derden als wat betreft de rekening en verantwoording die door de deelgenoten onderling of door de zaakvoerder en deelgenoten aan elkaar moeten worden gedaan. ...
We kunnen dan ook stellen dat de holding met de dochter(s) één gezamelijke boekhouding moet voeren en dat de gebruikelijke activiteit gezien word vanuit de onderneming gevoerd door de holding.
De rechtpersoonlijkheid van de holding doet niet ter zake, ze is zelfs niet vereist. (De holding is geen partij in huidige discuttie)
Artikel 1 tot 9 van de boekhoudwet is van toepassing samen met de algemene begripsomschrijving van omzet.
Antwoord A is de eigen omzet van de holding gezien vanuit de vennootschapswet/jaarrekeningbesluiten
Antwoord B is (deel van) de enkelvoudige omzet van de holding gezien vanuit de vennootschapswet/jaarrekeningbesluiten
antwoord C is de omzet van de holding zoals bepaald door de boekhoudwet en de algemene begripsomschrijving
Antwoord D is de enkelvoudige omzet van de holding gezien vanuit de vennootschapswet/jaarrekeningbesluiten
enkel antwoord C kan in overeenstemming worden gebracht met de begripsomschrijving. De jaarrekening waarin verschillende afleidingen kunnen ontstaan van de algemene begripsomschrijving is volledig irrelevant.
De 'groep" die in Belgie juridisch niet echt bestaat word in de boekhoudwet allerminst genegeerd en zelf verplicht voor intern gebruik.
De post op dit forum is vooral bedoeld om te begrijpen waarom de meeste mensen kiezen voor de enkelvoudige omzet als antwoord, en dan vooral welke begripsomschijving en wet daaraan gekopeld word. Omdat antwoord D niet de omzet aan derden bevat en artikel 3 van de boekhoudwet negeert.
Artikel 16 van de boekhoudwet heeft dit zelfs strafbaar gemaakt.
op dit moment is de antwoord verdeling:
A 4 %
B 0 %
C 15 %
D 81 %
uit een pool van +150 personen waarvan de meesten een cijferberoep uitoefenen, niemand heeft echter tot op heden enige referentie naar wet of begripsomschrijving gelegd. Bijna iedereen stelt wel te weten dat antwoord C ongeacht hun afwijkend standpunt waarschijnlijk wel het meest correcte is.
t'is vreemd
Peter