#11 , 04 feb 2017 13:20
Het is inderdaad een zeer slordige situatie, en onze dochter had alle problemen aangetekend moeten melden. Dat heeft ze jammer genoeg niet gedaan.
Nieuwe eigenaar is enkel eigenaar van appartement 3, de oude verhuurder is nog eigenaar van appartement 1 en 2. Huurwaarborg staat op naam van ex-vriend die daar al bijna twee jaar niet meer woont en eigenaar van appartement 1.
In een nieuwe mail van de nieuwe eigenaar schrijft deze dat zij juridisch advies heeft ingewonnen en dat zij recht heeft op de huurwaarborg, omdat deze volgens haar automatisch werd overgenomen bij de akte van de verkoop. Er wordt niet gezegd dat deze in de notariële akte werd opgenomen...
De nieuwe eigenaar heeft blijkbaar ook juridisch advies ingewonnen, en stuurde het antwoord van dat advies door. Veel van wat er in dit antwoord staat is onwaar. (en dat zeg ik niet omdat het over mijn kind gaat hoor!)
Er hebben nooit 4 personen gewoond (in het weekend bleef er het vriendje slapen) , er werd 1 afscheidsfeestje gegeven in december, er is een gasboete geweest omdat de vuilzak een avond tevoren al buitengezet werd, de huisbaas was er van op de hoogte dat er een hondje was en heeft nooit protest aangetekend (had hij ook kunnen doen bij de bezoeken die hij met potentiële kopers deed), er werd een deur van de badkamer geforceerd omdat het slot niet goed werkte en er iemand opgesloten zat doordat het slot blokkeerde (werd doorgegeven aan de oude eigenaar) de parket vertoont gebruikssporen maar dat werd opgemerkt bij het opstellen van de plaatsbeschrijving (die mijn dochter nooit kreeg), de nieuwe eigenaar kocht het appartement in oktober immers in de staat waarin het zich bevond, er ontbreekt enkel een sleutel van een fietskot, de andere sleutels werden afgegeven, er is niemand meer in het appartement geweest na 31/12, het appartement stond al van 1 december al leeg want beide meisjes huurden al vanaf één december ergens ander een appartement, enkele nog de grote meubelen werden half december nog verhuisd,....).
Het is dus haar woord en dat van de oude eigenaar tegen dat van onze dochter. De oude eigenaar zei toen ik eindelijk telefonisch contact had dat hij geen weet had van een verwarming die stuk was, maar in haar antwoord wordt nu wel gesproken over de 'herstelling'... Mijn echtgenoot en ik hebben het appartement gezien bij aanvang en er gepoetst en geschilderd. Er had een gezin met 4 kinderen gewoond die uiteraard ook hun gebruikssporen achterlieten... De nieuwe eigenaar schrijft dat ze bewijzen heeft, maar naast het 'van horen zeggen' of een ontbrekende plaatsbeschrijving blijft het dus een over en weer discussie...
Dit stuurde ze door;
"Volgende elementen wil ik graag onder uw aandacht brengen:
in artikel 11 van het aangegane huurcontract staat: “Het is de huurder verboden het goed gedeeltelijk onder te verhuren zonder de voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van de verhuurder. “ Deze toestemming is nooit gevraagd aan de eigenaar én er hebben in plaats van 2 steeds 4 mensen gewoond, wat uiteraard meer slijtage en schade met zich meebrengt.
art. 19 stipuleert: “Er mogen geen huisdieren worden gehouden in het pand, zonder uitdrukkelijke toestemming van de verhuurder.” Een toestemming werd hier nooit gevraagd maar er liepen wél een hond én een kat rond. Telkens mevr D in het appartement op bezoek was (in gezelschap van de makelaar of de vorige eigenaar) lagen er hondenuitwerpselen gewoon binnen op de vloer (parket!). Ook het terras lag vol ermee en . . . dat werd door de huursters zonder meer gewoon op het dak van de buren gegooid.
Bijgevolg: de staat van de parket is slecht! De staat was bij intrekken van huursters in goede staat, dit werd uitdrukkelijk zo bevestigd door de vorige eigenaar én is ook duidelijk te bewijzen: op de plek waar een kast heeft gestaan is het parket mooi én onbeschadigd, de rest zit onder diepe krassen en grauwe vlekken. Bij de vlekken is een groot deel duidelijk te wijten aan plassen én uitwerpselen van de dieren. Daarom zal mevr D het parket noodgedwongen moeten laten renoveren door een gespecialiseerde firma alvorens het appartement te kunnen betrekken.
art. 8 en art. 9 van het huurcontract stipuleren: “De huurder verbindt zich ertoe het pand goed te onderhouden” en “. . de huurder zal ook andere herstellingen laten uitvoeren, voor zover zij veroorzaakt werden door zijn eigen fout of door de fout van een persoon, dier of zaak voor dewelke hij moet instaan.“ Het is in dit geval dus zonder meer duidelijk dat de huursters feitelijk de volledige parketrenovatie voor hun rekening zouden dienen te nemen.
zo eveneens in art. 12: “De huurder dient jaarlijks op zijn kosten de ketel van zijn CV en de schoorstenen te doen reinigen. Het onderhoud en de reparatie van de CV is steeds ten laste van de huurder.” In dit geval heeft de vorige eigenaar in de loop van het jaar een herstelling op zich genomen. Maar een herstelling is niet gelijk aan een onderhoud én het onderhoud is toen niet gebeurd. Er werd dus ook geen attest afgeleverd. Bovendien zegt art. 12 dat alle reinigingen (dakgoot, aalput . .) ook dienen te gebeuren bij het verlaten van het pand. De vraag naar een vergoeding voor het onderhoud van de CV is o.i. dus méér dan terecht.
Bij overdracht van de sleutels van het verhuurde pand aan de nieuwe eigenaar is het normaal dat ALLE sleutels worden overhandigd. Mevr D heeft géén sleutels van de fietsenstalling, géén sleutels van de brievenbus, en niet àlle sleutels van de toegang naar het appartement. Blijkbaar hebben huursters een dergelijke sleutel achtergehouden wat werd bewezen door het feit dat huurster mevr A D nog is binnengekomen in het appartement nà 31/1, datum van de overhandiging van de sleutels. Dit is niet alleen volstrekt laakbaar maar ook een duidelijk geval van huisvredebreuk én zélfs strafbaar. Mevr D heeft dus méér dan gelijk om te eisen dat het slot van de hoofdtoegang wordt vervangen op de kosten van de huursters, dit om verder “binnenbreken” van de voornoemde huursters te vermijden in de toekomst.
De nieuwe onderbuurman sprak met mevr D en hij bleek héél opgelucht dat huursters mevr H en mevr AD waren vertrokken. Hij vertelde ook dat ze de laatste maand quasi non-stop feestjes hadden gehouden. Dit was uiteraard wél hun goed recht; mààr er werd door beide huursters totaal géén rekening gehouden met buren én omwonenden. Zo lag de gang er bijvoorbeeld in die periode verloederd bij. Hij had zelfs de politie moeten contacteren omdat het vele vuil gewoon telkens op de stoep werd gegooid. Onweerlegbaar bewijs hiervan is dat huursters voor deze feiten een GAS-boete hebben mogen ontvangen.
De deur van de badkamer in het appartement werd ingebeukt (!?) en dit zonder énige plausibele uitleg van huursters of zelfs ook maar de minste verontschuldigingen daaromtrent van hunnentwege. Dit blijkt àlweer een duidelijk voorbeeld van respectloos én onverantwoord gedrag van huursters.
. . . . .
Uit deze (beperkte) opsomming van feiten blijkt duidelijk dat beide huursters MH en AD een totaal gebrek aan bekommernis vertoonden voor het door hun gehuurde pand en een gedrag vertoonden dat totaal onverantwoord is.
Om verdere conflicten, frustratie en rompslomp te vermijden heeft mevr D voorgesteld om zich tevreden te stellen met het bedrag van €600, als schadevergoeding, in te houden op de huurwaarborg.
Indien huursters zich daar niet kunnen in vinden zullen wij alle bewijsstukken (foto’s van de schade in het appartement, prijsopgave van de parketwerken) verzamelen en u van woord dienen voor de vrederechter. In dit geval zullen wij echter vragen voor de inhouding van het volledige bedrag van €1.100; een vraag die ons inziens méér dan volledig te verantwoorden is door de gestaafde feiten.