#8 , 03 feb 2017 14:36
“Art.10 Waarborg.§ 1. Indien...de huurder om de naleving van zijn verplichtingen te waarborgen, een van de in het volgende lid bepaalde vormen van waarborgen verstrekt, mag die niet meer bedragen dan het bedrag dat gelijk is aan 2 of 3 maanden huur, afhankelijk van de vorm van de huurwaarborg. De in het vorige lid vermelde waarborgen kunnen naar keuze van de huurder drie vormen aannemen : ofwel een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder bij een financiële instelling, ofwel...ofwel...De Koning legt het formulier vast waarmee de financiële instellingen ten aanzien van de verhuurders zullen bevestigen dat de huurwaarborg toegekend is, ongeacht de manier waarop deze waarborg wordt gevormd. § 2. Wanneer de verhuurder in het bezit is van de waarborg en nalaat die te plaatsen op de manier bepaald in § 1, derde lid, is hij ertoe gehouden om aan de huurder rente te betalen aan de gemiddelde rentevoet van de financiële markt op het bedrag van de waarborg, vanaf het moment dat die overhandigd wordt. Deze rente wordt gekapitaliseerd. Vanaf de dag dat de huurder de verhuurder in gebreke stelt om te voldoen aan de verplichting hem opgelegd door § 1, derde lid, is de verschuldigde rente echter de wettelijke interesten op het bedrag van de waarborg. § 3. Er mag niet beschikt worden over de bankrekening, noch in hoofdsom, noch in rente, noch van de bankwaarborg, noch van de rekening waarop de waarborg opnieuw werd samengesteld, dan ten voordele van een van beide partijen, mits voorleggen van ofwel een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste opgesteld wordt bij het beëindigen van de huurovereenkomst, ofwel van een kopie van een rechterlijke beslissing. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande verzet of voorziening en zonder borgstelling of kantonnement.”(20 FEBRUARI 1991. - BURGERLIJK WETBOEK. - BOEK III _ TITEL VIII _ HOOFDSTUK II, Afdeling 2. Regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder.).
“Art.732.Indien een van hen het(=oproeping in minnelijke schikking), zelfs mondeling, verzoekt, worden de partijen bij gewone brief van de griffier opgeroepen om binnen de gewone termijn van dagvaarding te verschijnen op dag en uur door de rechter bepaald.Art.733.Van het verschijnen tot minnelijke schikking wordt proces-verbaal opgemaakt. Indien een schikking tot stand komt, worden de bewoordingen ervan opgetekend in het proces-verbaal, waarvan de uitgifte wordt voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging.”(Gerechtelijk Wetboek). Deze procedure is kosteloos.
Komt geen minnelijke schikking tot stand dan kan u uw verhuurder voor de Vrederechter dagen bij verzoekschrift op tegenspraak volgens model hieronder(lees de erin vermelde wetsartikelen in Justel ):
Aangetekend aan Vredegerecht ..........(Griffie) in zoveel exemplaren als er partijen zijn,d.i. in ... ex.(art.1034quinquies Ger.W.)
Zeer Geachte Vrederechter,
Betreft:Verzoekschrift op tegenspraak (art.1034bis-sexies Ger.W.) inzake huur (art.1344bis Ger.W.)
1° de dag,de maand,het jaar:.............................
2° van de verzoeker-huurder: naam,voornaam,beroep,woonplaats:
............................................................................................................
3° van de verweerder-verhuurder: naam,voornaam,woonplaats:
.........................................................................................................
4° het onderwerp:
-te mijner beschikking stellen van hoofdsom=€.... en intresten van de waarborgrekening nr. ...-.......-..(art.10 Woninghuurwet);
4°bis en korte samenvatting van de middelen van de vordering:
{de middelen zijn de motieven van feitelijke aard,die de vordering schragen(Cass. 24 november 1978,Pas. 1979,I,352,Arr.Cass. 1978-79,341).}
........................................................................................................
5°. de rechter voor wie de vordering aanhangig wordt gemaakt:
Vred. ................(art.591,1°,629,1° Ger.W.)
6° de handtekening van de verzoeker en de inventaris van de genummerde en gebundelde bijgevoegde stukken:
20/10/2016=Stuk 1= Huurovereenkomst met bewijs van huurwaarborg;
25/01/2017=Stuk 2= Getuigschrift van woonplaats van de gedaagde,afgegeven door het gemeentebestuur
...............................enz.
Met bijzondere hoogachting
Handtekening (art.1344bis,5° Ger.W.)
.....................
(Het is aan de verhuurder om het niet-onderhouden van de tuin te bewijzen)
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/