situatie :
langstlevende grootouder heeft één zoon en twee kleinkinderen van deze zoon en heeft twee appartementen van gelijke waarde
deze grootouder schenkt in 1990 één appartement aan zijn zoon (volle eigendom) en in 1995 één appartement blote eigendom aan één kleinkind buiten erfdeel waarin de grootouder zelf blijft wonen.
Geschonken Appartement aan de zoon wordt door de zoon verkocht in 1992.
grootouder maakt ten voordele van dit zelfde kleinkind ook een testament op dat alles naar dit kleinkind gaat.
In 2000 sterft zijn zoon.
Situatie nu : één kleinkind heeft één appartement in blote eigendom en een testament dat alles naar hem gaat.
vraag:
Mocht de grootouder sterven dan heeft het andere kleinkind (zonder testament en eigendom) vermoed ik een reservataire deel van 1/4 (plaatsvervanging van de vader) en zal de fictieve massa moeten bepaald worden.
Wordt bij de bepaling van de fictieve massa alleen rekening gehouden met de schenking aan de kleinzoon in 1995 of ook met de schenking aan de zoon in 1990?