Huren via email bindend?

Roselien Verspuy
Topic Starter
Berichten: 1
Juridisch actief: Nee

Huren via email bindend?

#1 , 02 jul 2016 22:31

Beste,

Ik en mijn vriend zijn vorige week naar een appartement gaan kijken. Ik heb met de huisbaas via email een akkoord gegeven dat wij het appartement gingen huren. Wij zijn op ons beslissing terug gekomen en willen het appartement uiteindelijk niet huren. Wij hebben niets op papier gezet of getekend. Er is wel al een voorlopig contract opgemaakt en via email verstuurd naar ons. En we hebben dus ook via email een akkoord gegeven van bijde kanten. Mijn vraag is nu of wij nog terug kunnen komen op ons beslissing en het appartement niet huren. Als dat niet zo is wat kan er dan gebeuren?

Alvast bedankt!

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
mava105
Berichten: 22883
Juridisch actief: Nee
Locatie: Regio Leuven

#2 , 03 jul 2016 09:49

Jullie zijn nu dus huurder va een appartement dat jullie niet meer willen. Tenzij de verhuurder akkoord is om te verbreken, hebben jullie een huurovereenkomst.

LeenW

#3 , 03 jul 2016 09:54

Er is een bewijsbaar akkoord via email, verhuurder kan eisen dat u de overeenkomst respecteert of dat u hem een vergoeding betaalt voor de geleden schade (hij zal immers andere huurder hebben moeten weigeren).

Reclame

sloeberken
Berichten: 10285
Locatie: Erpe Mere

#4 , 03 jul 2016 10:08

Huren is niet hetzelfde als aankopen, de wet verplicht tot een huurovereenkomst getekend door alle partijen.

Een bestaande overeenkomst tussen huurder en verhuurder kan schriftelijk of mondeling zijn vastgelegd.
Vanaf 15 juni 2007 moet iedere huurovereenkomst echter verplicht schriftelijk worden afgesloten. Elke partij moet een exemplaar van deze overeenkomst krijgen. In de praktijk zullen er dus altijd minstens drie exemplaren nodig zijn: een voor de huurder, een voor de verhuurder en een voor de verplichte registratie van het contract.

Even lezen: https://www.wonenvlaanderen.be/verhuren ... -opstellen
Kennis is nog geen wijsheid, dit komt door de jaren.

scorpioen
Berichten: 9383
Juridisch actief: Nee

#5 , 03 jul 2016 12:08

Vred. Fontaine-l'Evêque 24 juni 2011, T.Vred. 2013, afl. 5-6, 239
Ook al heeft de wet van 25 april 2007 voor de woninghuurovereenkomsten het vereiste van een geschrift ingevoerd, toch blijft de huurovereenkomst van een hoofdverblijfplaats een consensuele overeenkomst. Dit betekent dat de afwezigheid van een geschrift noch het bestaan, noch de geldigheid van de overeenkomst aantast. Een brief waarin de huurder de door de verhuurder voorgestelde huurvoorwaarden aanvaardt kan het bewijs van de wilsovereenstemming en derhalve van het bestaan van de huurovereenkomst opleveren.

Dit is volledig in overeenstemming met de rechtsleer.

Art. 1bis Woninghuurwet bepaalt trouwens:
De meest gerede contracterende partij kan bij gebreke van uitvoering binnen acht dagen na een ingebrekestelling die betekend wordt bij een ter postaangetekende brief of bij deurwaardersexploot, de andere partij in voorkomend geval via gerechtelijke weg verplichten om een schriftelijke overeenkomst op te stellen, te vervolledigen of te ondertekenen overeenkomstig het eerste lid en indien nodig verzoeken dat het vonnis de waarde zou hebben van een schriftelijke huurovereenkomst.
Een voorafgaande mondelinge overeenkomst tussen de partijen perkt de bevoegdheid van de rechter in.


Aldus bevestigt de wet dat een mondelinge huurovereenkomst geldig is en men de andere partij via de rechter kan verplichten een schriftelijke overeenkomst op te stellen.

Wat hier wel van toepassing zou kunnen zijn is
Burgerlijk Wetboek, art. 1715
Indien een huur die zonder geschrift is aangegaan, nog op generlei wijze is ten uitvoer gebracht, en een van de partijen die ontkent, kan het bewijs door getuigen niet worden toegelaten, hoe gering de huurprijs ook is, en hoewel men aanvoert dat er handgeld is gegeven.
Alleen de eed kan worden opgedragen aan hem die de huur ontkent.


Is de bevestiging per e-mail een 'geschrift' in de zin van art. 1715 BW?

Zie Cass. 15/02/1988
Overwegende dat, enerzijds, het bestreden vonnis vaststelt dat «op 17 september 1984, de partijen een «voorlopig akkoord» ondertekenen, naar luid waarvan eiser (...) (aan verweerder) een aan de Brusselsesteenweg 62 te Bergen gelegen onroerend goed verhuurt met een huurovereenkomst, die op 1 november 1984 zal worden ondertekend, met een maandelijkse huurprijs van 25.000 frank, die tot 1 januari 1987 niet zal worden geïndexeerdd» en «dat de huurovereenkomst, te weten het instrumentum, niet op de overeengekomen datum is ondertekend»;
Overwegende dat niet wordt betwist dat «het stuk» met als dagtekening 17 september 1984 niet is opgemaakt in zoveel originelen als er partijen zijn die een onderscheiden belang hebben; dat het dus de voorwaarden van artikel 1325 van het Burgerlijk Wetboek niet vervult;
Overwegende dat, anderzijds, artikel 1715 op beperkende wijze de bewijsmiddelen vaststelt van een huur die zonder geschrift is aangegaan en die nog op generlei wijze ten uitvoer is gebracht;
Overwegende dat het vonnis erop wijst dat hoewel verweerder «het goed in bezit had genomen en er sommige veranderingen had aangebracht, (eiser) (verweerder) voor de vrederechter had gedagvaard ten einde (hem) elke toegang tot het litigieuze goed te verbieden»; dat daaruit volgt dat volgens de feitenrechter de verhuurder geenszins met de uitvoering van de huur was begonnen;
Overwegende dat het bestreden vonnis, derhalve, door op grond van de enkele in het middel weergegeven overwegingen te beslissen dat de partijen op 17 september 1984 een huurovereenkomst hadden gesloten, de artikelen 1325 en 1715 van het Burgerlijk Wetboek schendt;


Hoe valt dit te rijmen met het eerst geciteerde vonnis van de vrederechter?
Artt. 1715 en 1325 zijn niet van openbare orde. De partij moet het dus zelf aanvoeren. Als de partij niet aanvoert dat een brief niet beantwoordt aan de voorwaarden van art. 1325 BW en dus geen schriftelijk bewijs is voor een nog niet ten uitvoer gelegde huurovereenkomst, mag de rechter dit niet ambtshalve aanvoeren. Voor de vrederechter werd niet aangevoerd dat het bewijs met een geschrift dat beantwoordt aan de voorwaarden van art. 1325 BW diende geleverd te worden.

sloeberken
Berichten: 10285
Locatie: Erpe Mere

#6 , 03 jul 2016 13:34

Is de bevestiging per e-mail een 'geschrift' in de zin van art. 1715 BW?
Dan zal in die mail heel wat meer moeten staan dan, oke ben akkoord om het pand te huren.
Er moet dan nog bewezen worden wat je gaat huren, waar is het gelegen van wie aan wie, duur etc, voor welke prijs.
De verhuurder had onmiddellijk moeten aandringen om het huurcontract te tekenen.
Een heel groot bewijs van overeenkomst is het betalen van of een voorschot op de huur, waarborg betalen is geen bewijs.

“De overhandiging van een huurwaarborg is geen wezenlijk bestanddeel van een huurovereenkomst. De huurovereenkomst komt tot stand door een loutere wilsovereenstemming van de huurder en verhuurder nopens de essentiële bepalingen, met name het verhuurde goed, de prijs en de duur. Inontvangstneming van een voorschot tegen afgifte van een kwitantie geldt als buitengerechtelijke bekentenis van het bestaan van een mondelinge huurovereenkomst.”
Zie: Vred. Halle 19 januari 2005, Huur 2005, 144.
Kennis is nog geen wijsheid, dit komt door de jaren.

LeenW

#7 , 03 jul 2016 14:35

Is de bevestiging per e-mail een 'geschrift' in de zin van art. 1715 BW?
Dan zal in die mail heel wat meer moeten staan dan, oke ben akkoord om het pand te huren.
Er moet dan nog bewezen worden wat je gaat huren, waar is het gelegen van wie aan wie, duur etc, voor welke prijs.
De verhuurder had onmiddellijk moeten aandringen om het huurcontract te tekenen.
Een heel groot bewijs van overeenkomst is het betalen van of een voorschot op de huur, waarborg betalen is geen bewijs.

“De overhandiging van een huurwaarborg is geen wezenlijk bestanddeel van een huurovereenkomst. De huurovereenkomst komt tot stand door een loutere wilsovereenstemming van de huurder en verhuurder nopens de essentiële bepalingen, met name het verhuurde goed, de prijs en de duur. Inontvangstneming van een voorschot tegen afgifte van een kwitantie geldt als buitengerechtelijke bekentenis van het bestaan van een mondelinge huurovereenkomst.”
Zie: Vred. Halle 19 januari 2005, Huur 2005, 144.
Omgekeerd mag men dan toch ook concluderen dat het ontbreken van een waarborg de huuroptie niet ongeldig maakt?

Terug naar “Huren”