De vraag betreft het volgende: "Een inverdenkinggestelde werd op verstek verwezen door de raadkamer, maar op basis van een nietige huiszoeking, wat zijn zijn mogelijkheden.". Nu heb ik hier het volgende antwoord voor uitgewerkt:
Wanneer een persoon verstek laat voor de Raadkamer, dan kan hij geen verzet aantekenen, omdat dit enkel mogelijk is voor de vonnisgerechten. Hij meent echter dat hij verwezen wordt op basis van een nietige huiszoeking. Volgens mij is dit een nietigheid in de zin van art. 235bis, die betrekking heeft op de bewijsverkrijging. De inverdenkinggestelde kan twee dingen doen:
- Hij kan de beslissing ten gronde voor het vonnisgerecht afwachten en in geval van veroordeling, hoger beroep aantekenen en daarna eventueel cassatie
- Hij kan ook onmiddellijk beroep aantekenen bij de KI wanneer het gaat om een nietigheid, onregelmatigheid of vormverzuim. Indien het hier negatief uitdraait, dan:
o Hij kan onmiddellijk cassatie aantekenen tegen wegens de nietigheid die invloed heeft op de bewijsverkrijging (art. 131 Sv. en art. 135 Sv.). Normaalgezien is cassatieberoep tegen vonnissen/arresten met betrekking tot het vooronderzoek enkel mogelijk na de beslissing ten gronde. Maar uitzondering op de regel zijn vonnissen/arresten mbt art. 135 en 235bis Sv. In dat geval is cassatieberoep onmiddellijk mogelijk.
Ik weet echter niet of mijn antwoord klopt (zeker niet wat dit laatste betreft in verband met de uitzondering). Kunnen jullie misschien verder helpen?
Alvast bedankt !