#5 , 07 mar 2016 11:56
De grond en het huis daarop gebouwd tijdens het huwelijk, behoren volledig in eigendom toe aan de man. Dit is immers een effect van de verticale natrekking m.b.t. het huis gebouwd tijdens het huwelijk op een grond van de man.
Volgens de rechtspraak geldt vanaf het huwelijk, zonder contract, het wettelijk stelsel. Bij de vereffening van de huwgemeenschap onder het wettelijk stelsel worden de vergoedingsrekeningen uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 1432 - 1435 van het Burgerlijk Wetboek.
Zo dit bouwwerk evenwel gefinancierd werd door het gemeenschappelijk vermogen, zijn de artikelen 1432 - 1435 van toepassing, en ook "artikel 1435,2°" inzake re-evaluatie van de vergoeding.
Derhalve is het eigen vermogen van de man een vergoeding verschuldigd aan het gemeenschappelijk vermogen, ten belope van het gedeelte van de waarde van het goed dat overeenstemt met de tijdens het stelsel effectief met gemeenschapsgelden afbetaald gedeelte van de lening.
Volgens artikel 1436 brengen de vergoedingen van rechtswege intresten op vanaf de dag van de ontbinding van het stelsel (= de eerste aanvraag tot echtscheiding).