Attendu qu’il n’y a aucune contradiction dans cette attitude, contrairement à ce que soutient la bailleresse; qu’en effet, la victime d’une faute a le choix d’exiger une réparation en nature ou par équivalent; qu’ainsi, confrontée à la rupture illégale de son bail, la locataire pouvait exiger de demeurer dans l’appartement ou d’être dédommagée par la remise d’une somme d’argent; que la circonstance que la réparation en nature correspond à l’hypothèse où les parties se mettent d’accord pour annuler le congé irrégulier et poursuivre l’exécution du contrat n’enlève rien au fait que, pour la victime, il s’agit toujours d’obtenir réparation du préjudice, suivant l’une ou l’autre branche de l’altemative; que, d’ailleurs, elle aurait pu rester sur place contre la volonté de la bailleresse, en s’adressant au juge de paix pour faire constater la nullité du congé, ce qui montre bien que la réparation en nature et la conclusion d’un accord sont deux choses différentes, même si, en pratique, elles aboutissent au même résultat;Ik begrijp de redenering niet goed, in zoverre dat indien de huurder het pand verlaat in de wetenschap dat de opzeg nietig was hij dit vrijwillig doet; hij had zich evengoed kunnen verzetten en de nietigheid van de opzeg opwerpen, waarna de verhuurder zou in het ongelijk gesteld zijn en veroordeeld zijn geworden tot de kosten van het geding. M.a.w. hij heeft vrijwillig besloten gevolg te geven aan de opzeg en bijgevolg ook de consequenties daarvan (schade) aanvaard.
De rechter kan ook anders oordelen, namelijk dat de huurder met kennis van zaken de opzeg aanvaard heeft en (stilzwijgend) afstand gedaan heeft van zijn recht om zich op de nietigheid van de opzeg te beroepen. Zie (inzake pacht) Cass., 9 december 1993. Het blijft een appreciatie van de feiten en moeilijk te voorspellen wat de rechter beslist.
En dan hangt het er soms ook van af wat men bij de rechter pleit. In een zaak van handelshuur had de verhuurder de huur opgezegd terwijl dit niet kon. De huurder antwoordde dat de opzeg onwettig was, hij het pand zou verlaten en schadevergoeding vorderde van 3 jaar huur. De vrederechter oordeelde dat de opzeg 'volstrekt nietig' was zodat de opzeg de huur niet kon beëindigen en de huurder dus geen schadevergoeding kon vorderen omdat de verhuurder de huur had opgezegd. De huurder ging in beroep en in beroep oordeelde de rechter dat de opzeg niet 'volstrekt nietig' was, maar dat het enkel een relatieve nietigheid is. De opzeg had de huur dan ook beëindigd en de onwettige opzeg werd beschouwd als een fout van de verhuurder. Toch kreeg de huurder geen schadevergoeding omdat hij zijn schade niet bewees. In die zaak had de verhuurder enkel gepleit dat de opzeg 'volstrekt nietig was'. De verhuurder had niet aangevoerd dat de huurder door zijn houding afstand gedaan had van zijn recht om de nietigheid aan te voeren of dat hij wetens en willens de schade aanvaard had. De rechter heeft zich hier dan ook niet over uitgesproken.