In geval van een nietigverklaring van de overeenkomst (dus ex tunc) is het alsof de hypotheeksteller nooit titularis van het zakelijk recht is geweest, dus nooit bij machte was om een hypotheek te vestigen. Deze komt dan te vervallen.
Cfr Byttebier, Voorrechten en Hypotheken in hoofdlijnen, Maklu uitgeverij, p.592-595 (toon dit aan uw advocaat)
Art. 108 hypotheekwet:
Art. 108. (2180). De voorrechten en hypotheken gaan teniet :
1° Door het tenietgaan van de hoofdverbintenis;
2° Door de afstand van het voorrecht of van de hypotheek door de schuldeiser;
3° Uit kracht van de rechterlijke beslissingen, in de gevallen bepaald in §§ 1 en 2 van afdeling I van hoofdstuk III;
4° Door de vervulling van de vormen en voorwaarden, die aan de derden-bezitters zijn voorgeschreven om de door hen verkregen goederen te zuiveren;
5° Door verjaring;
Voor de schuldenaar is er, ten opzichte van de goederen die zich in zijn handen bevinden, verjaring na verloop van de tijd, bepaald voor de verjaring van de vorderingen, tot zekerheid waarvan de hypotheek of het voorrecht is verleend.
Voor de derde-bezitter is er eerst verjaring na verloop van de tijd die voor de langste verjaring van de onroerende rechten vereist is.
Inschrijvingen, door de schuldeiser genomen, stuiten de loop niet van de verjaring die door de wet ten behoeve van de schuldenaar of van de derde-bezitter is vastgesteld, maar de laatstgenoemde kan genoodzaakt worden op zijn kosten een titel van erkenning van de hypotheek te verschaffen, vanaf het ogenblik dat zijn verkrijging is overgeschreven. De derde-bezitter is gehouden de titel te vernieuwen, achtentwintig jaren na de dagtekening ervan indien hij het met hypotheek bezwaarde goed alsdan nog bezit;
6° Door de oorzaak vermeld in § 2 van artikel 82.
Burgerlijk wetboek art 1234:
Art. 1234. Verbintenissen gaan teniet :
Door betaling,
Door schuldvernieuwing,
Door vrijwillige kwijtschelding,
Door schuldvergelijking,
Door schuldvermenging,
Door verlies van de zaak,
Door nietigverklaring of vernietiging,
Door de werking van de ontbindende voorwaarde, die in het vorige hoofdstuk is bepaald,
En door verjaring, die het onderwerp van een afzonderlijke titel uitmaakt