#5 , 09 mei 2008 21:42
Beste Edmond,
Bedankt voor al dat lof.. maar ik ben en ik blijf een auto-didact, zeg maar een amateur wiens belangstelling werd gestimuleerd door ervaringen annex onrecht; met persoonlijke literatuur (intussen uitgegroeid tot een kleine bib) en wat goooooglen (lees: surfen op internet) kom ik veelal tot conclusies.. die ik vervolgens, zo nodig, dubbelcheck.. en dat kan zijn een advocaat, enz.!
Om die redenen plak ik hierna de kopie van een tekst:
§ 1. - Contact met de bank
De nabestaanden nemen n.a.v. een overlijden best snel contact op met de financiële instelling(en) waar de overledene rekeningen of tegoeden had. De financiële instellingen dienen namelijk op de hoogte gebracht te worden van het overlijden teneinde hen toe te laten hun wettelijke verplichtingen na te leven.
Zie hierover: CASMAN, H., “De bank en het overlijden van een cliënt”, in Actuele ontwikkelingen in de rechtsverhouding tussen banken en consument, Antwerpen, Maklu, 1994.
De bank zal immers zodra ze kennis heeft van het overlijden van haar cliënt diens rekeningen en tegoeden, evenals die van de langstlevende echtgeno(o)t(e) blokkeren.
Deze blokkeringsplicht is niet gestoeld op een civielrechtelijke verplichting maar is een gevolg van een resem aan derden (waaronder de banken) door het Wetboek van Successierechten opgelegde verplichtingen teneinde de correcte heffing van het successierecht te verzekeren (cfr. artikelen 96 e.v. W.Succ., voor een detailbespreking, die Boekdeel II van de Praktijkgids).
Zij geldt ook voor aan rekeningen gebonden bankkaarten (VAN RAEMDONCK, K., “De verplichting van de kredietinstelling om, op de hoogte gebracht van het overlijden van een cliënt, diens bankkaart te blokkeren”, noot onder Vredegerecht Roeselare, 7 juni 1996, R.W., 1997-1998, p. 956 e.v.)
De banken dienen de fiscus (lees: de ontvanger van de successierechten) in te lichten over de rekeningnummers en de saldi op datum van overlijden. Zulks geschiedt aan de hand van lijsten die ze, op daartoe speciaal voorgedrukte formulieren, aan de fiscale administratie overmaken.
Pas nadat deze plicht tot informatieverstrekking werd nageleefd kan de bank de tegoeden op de financiële rekeningen uitkeren aan de nabestaanden.
Ook de bankkluis van de overledene wordt in uitvoering van de successierechtelijke verplichtingen geblokkeerd. De bank dient tot een kofferopening over te gaan waarbij de fiscus op uitgenodigd wordt.
Omtrent de exact na te leven procedurale regels van de kofferopening, zie Boekdeel II van de Praktijkgids.
N.a.v. dergelijke kofferopening kunnen zich problemen van technische aard voordoen.
Indien de nabestaanden de sleutel van de koffier in het sterfhuis kunnen terugvinden hebben of op de hoogte zijn van de letter- en/of cijfercombinatie, stelt er zich geen probleem. Is zulks niet het geval, dan dient een slotenmaker ingeschakeld te worden die de koffer op professionele wijze zal moeten openbreken.
Pas nadat de koffer is geopend en de lijst met de inhoud werd bekendgemaakt aan de fiscale administratie kan de bank de goederen en/of documenten die zich in de koffer bevonden vrijgeven aan de erfgenamen.
Het spreekt van zelf dat de bank eenmaal aan deze informatieplicht tegemoetgekomen, niet zomaar de financiële tegoeden of de inhoud van de koffer aan de nabestaanden zal overmaken.
De financiële instelling zal zich immers slechts rechtsgeldig bevrijden wanneer ze elke erfgenaam correct ten belope van zijn erfdeel uitbetaalt, zoniet riskeert ze tweemaal te moeten betalen.
Ze nemen in deze dan ook geen enkel risico en zullen, alvorens tot uitbetaling/afgifte over te gaan, de voorlegging vragen van een zgn. akte van bekendheid opgesteld door een notaris (of, in mindere mate in de praktijk, door een vrederechter). Door zich achter de akte van bekendheid te “verschuilen” kan de bankier immers bij eventuele misslag zich beroepen op artikel 1240 van het Burgerlijk Wetboek en stellen dat ze te goeder trouw heeft gehandeld.
TIP !
Bij het openvallen van een nalatenschap ondervinden de erfgenamen vaak moeilijkheden om de achterhalen bij welke bank de overledene cliënt was of een kluis huurde. Zonder die informatie is het voor de erfgenamen moeilijk om de nalatenschap correct te verdelen en om hun fiscale verplichtingen na te komen zoals het hoort.
De Vereniging van Banken kan de erfgenamen helpen bij hun opzoekingen, mis zij of hun advocaat of hun notaris een schriftelijk aanvraag daartoe indient.
Meer hierover, evenals het website-adres, zie Boekdeel IV van de Praktijkgids.
Ik ga er dus vanuit dat de bankkluis nog niet werd geopend en al evenmin werd verzegeld; in voorkomend geval is naar mijn mening ook de tussenkomst van de vrederechter nodig.. in ieder geval hebt u de behoefte aan een "akte van bekendheid" (misschien een erfrechtverklaring).. maar bedoelde "akte" (af te leveren door een notaris of een vrederechter) dekt veel meer en is meteen een goede reden om op een discrete wijze enkele vragen te stellen aan de Vrederechter van het Kanton waar de overledene woonachtig was.
In feite mag de Vrederechter en zijn Griffier, geen enkel advies verstrekken... maar de ervaring heeft mij geleerd dat zij wel eens buiten "het spoor" lopen (lees: spreken); in ieder geval de (uw) Notaris en gebeurlijk de Notaris van de weduwe, de erfgenamen (zie de inhoud van de akte van bekendheid) en een fiscaal ambtenaar dienen aanwezig te zijn bij het openen van de kluis.
Nog iets, als erfrechtverkrijgende mag u (voor zover als nodig) aan de bank(en) e.a. financiële instellingen een overzicht vragen van alle rekeningen, inclusief de bewegingen op die rekeningen.. gedurende de laatste 10 jaar; bij het stellen van dergelijke vraag hoort u zich uiteraard te identificeren.. herinner u die akte vernoemd; dus, in voorkomend geval, meerdere exemplaren vragen!
Ik hoop van harte dat ik u met al het voorgaande op weg heb geholpen.