#9 , 29 aug 2014 17:22
Hierop baseren ze zich bij de NMBS :
De agenten van de NMBS hebben als opdracht te waken over het respect van de wetten op de werking van de NMBS en om, in geval van inbreuk, vaststellingen te doen.
Artikel 10 van de Wet van 25 juli 1891 houdende herziening der wet van 15 April 1843, op de politie der spoorwegen voorziet dat de beëdigde personeelsleden van de NMBS moeten toezien op de naleving van deze wet, van de wet van 12 april 1835 rakende de tolrechten en de reglementen van politie nopens de ijzeren weg en van hun uitvoeringsbesluiten. Zij stellen de misdrijven omschreven in de voornoemde wetten en uitvoeringsbesluiten vast bij processen-verbaal die gelden tot het bewijs van het tegendeel .Zij zenden hun processen-verbaal toe aan de bevoegde procureur des Konings van het arrondissement waar de overtreder zijn hoofdverblijfplaats heeft.
Artikel 11 van de wet van 25 juli 1891 voorziet dat deze agenten, binnen hun bevoegdheden, overgaan tot identiteitscontroles in de gevallen en overeenkomstig de procedure bepaald in artikel 34, § 1 en § 4, eerste en derde lid, van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt. Dit artikel bepaalt dat aan en persoon die gehouden is zijn/haar identiteit te bewijzen, de mogelijkheid moet worden geboden zijn identiteit te bewijzen op eender welke wijze.
Dit laat dus geen ruimte voor twijfel : de reiziger aan wie gevraagd wordt zijn/haar identiteit te bewijzen kan dat op elke manier doen. Het komt niet toe aan de NMBS om dit recht te beperken door van een reiziger te eisen dat hij/zij een document zou voorleggen met daarop een foto.