Beste mensen :
De uitleg over "uitgeschreven worden " klopt niet. Een kind wordt ingeschreven in een bepaalde school en daardoor is de uitschrijving in de vorige school een feit. De huidige school heeft dus geen rol in het verhaal en kan daar ook geen rol in krijgen... De huidige school verwittiegen is dus van nul en generlei waarde.
http://www.jeugdrecht.be/?action=artike ... rtikel=199" onclick="window.open(this.href);return false;
Betwistingen tussen ouders met betrekking tot de schoolkeuze van de kinderen
zo, 19/12/2010 - 13:32door elfri
Printervriendelijke versiePrintervriendelijke versieVerstuur naar een vriendVerstuur naar een vriend
Artikel 373 eerste lid van het burgerlijk wetboek stelt dat de ouders samen het gezag over de persoon van het kind uitoefenen. Artikel 374 eerste lid van het burgerlijk wetboek stelt dat ook de ouders wanneer zij niet langer samenleven in beginsel het ouderlijk gezag gezamenlijk uitoefenen. Ten aanzien van derden te goeder trouw wordt elke ouder afzonderlijk geacht te handelen met instemming van de andere ouder wanneer deze een handeling stelt die met het ouderlijk gezag verband houdt zie artikel 373 tweede lid burgerlijk wetboek.
Uit deze regel kan worden afgeleid dat een school mag veronderstellen dat een ouder die een kind inschrijft de instemming van de andere ouder heeft, althans voor zover de schotel te goeder trouw handelt en geen kennis heeft van enige onenigheid. Maar van zodra de school kennis heeft van een onenigheid tussen de ouders, dient zij de gezamenlijke instemming van de beide ouders te hebben bij de inschrijving. Bij gebreke hieraan kan ze niet overgaan tot inschrijving en zullen de ouders zich dienen te wenden tot de jeugdrechter. Ter zake kan de jeugdrechter beslissen waar het kind dient ingeschreven te worden, dan wel het ouderlijk gezag volledig toekennen aan een van de ouders, dan wel een deel van het ouderlijk gezag, bijvoorbeeld de schoolkeuze toekennen aan een van beide ouders.
Nu gebeurt het vaak dat een ouder en kind inschrijft in de school zonder melding te maken van enige betwisting ter zake met de andere ouder. Hierna wordt de school geconfronteerd met de betwisting van de inschrijving door de andere ouder. In deze gevallen blijft de leerling principieel ingeschreven in de school die hem of haar goeder trouw inschreef. De ouder die hiermee niet akkoord gaat dient dan een vordering in te stellen voor de jeugdrechtbank waarnaar de beslissing van de jeugdrechtbank door elke betrokken school dient gerespecteerd te worden.
De ouder die evenwel niet akkoord gaat met de inschrijving in een bepaalde school, zou nu het kind in een tweede school kunnen inschrijven. De vraag die dan onmiddellijk dient gesteld te worden is of deze tweede school al dan niet ten goede trouw handelde. Indien de tweede school bij de inschrijving ten goede trouw er van uitging dat de inschrijving gebeurde met instemming van beide ouders bekomt de inschrijving in de tweede school voorrang en zal het kind dus in de tweede school de lessen moeten volgen waarbij de eerste school het dossier van de leerling aan de tweede school dient over te maken. Ingevolge de kennisgeving die de eerste school ontving, kan zij niet meer haar goeder trouw inroepen. Vanzelfsprekend kan dan de ouder die het kind heeft ingeschreven in de eerste school zich wenden tot de jeugdrechtbank.
bron
http://elfri.be/juridische-informatie/b ... e-kinderen" onclick="window.open(this.href);return false;
Uit zelfbeheersing groeit de Kracht.
Zelfkennis brengt ons tot Wijsheid.
Zelfvervolmaking leidt ons tot Schoonheid.