#3 , 22 apr 2014 18:31
De rechtsvordering van verzorgingsverstrekkers met betrekking tot de door hen geleverde geneeskundige verstrekkingen, diensten en goederen, daar inbegrepen de vordering wegens bijkomende kosten, verjaart ten overstaan van de patiënt door verloop van een termijn van 2 jaar te rekenen vanaf het einde van de maand waarin deze zijn verstrekt.
Dezelfde bepaling is van toepassing voor geneeskundige verstrekkingen, diensten, goederen en bijkomende kosten welke door de verplegings- en verzorgingsinstelling of door derden werden geleverd of gefactureerd (artikel 2277bis van het Burgerlijk Wetboek).
De toepassing van deze verjaringstermijn betreft alle rechtsvorderingen die resulteren uit een brede waaier van geneeskundige verstrekkingen, goederen en diensten die door zowel medici als paramedici worden geleverd (Parl. St. Senaat, 1992-93, 804/8, 14).
Artikel 2277bis, en in het bijzonder het tweede lid ervan dat bepaalt dat deze verjaringstermijn ook van toepassing is op verplegings- en verzorgingsinstellingen of derden, werd ingevoerd naar aanleiding van een arrest van het Hof van Cassatie van 21 januari 1993. Het Hof van Cassatie besliste in dat arrest dat de éénjarige verjaring van het toenmalige artikel 2272, eerste lid, Burgerlijk Wetboek enkel bestond voor de rechtsvordering van geneesheren, heelkundigen en apothekers en niet voor de rechtsvordering van de ziekenhuizen, wanneer die noch als hun lasthebbers noch als overnemers van hun schuldvorderingen optreden. Omdat de patiënt van het ziekenfonds maar terugbetaling van de rekening kan bekomen gedurende twee jaar, werd beslist om de verjaringstermijn op twee jaar te brengen en deze ook van toepassing te maken voor geneeskundige verstrekkingen, diensten, goederen en bijkomende kosten welke door de verplegings- en verzorgingsinstelling of door derden werden geleverd of gefactureerd (Parl. St. Kamer, 1992-93, 1040/7, 5-6).
De wetgever heeft aldus ook willen vermijden dat patiënten nog aangesproken worden in betaling van een rekening op het ogenblik dat zij geen terugbetaling meer kunnen bekomen van het ziekenfonds.