Herziening vonnis

patje161265
Topic Starter
Berichten: 50

Herziening vonnis

#1 , 10 dec 2013 21:05

Onlangs ben ik in beroep gegaan tegen een beslissing van de RVA Dit kwam voor op de arbeidsrechtbank.
Helaas kon ik niet aanwezig zijn omdqt ik in het ziekenhuis lag voor een operatie. Heb dat de griffie van de rechtbank laten weten met doktersbewijs. Ik heb uitstel gevraagd.
Kreeg ik niet en ben dan bij verstek veroordeeld. Hiertegen kon ik verzet aantekenen binnen een maand. Heb ik ook gedaan maar aangezien ik niet uit het ziekenhuis was is dit verzet ingediend gedurende de laatste week van mijn beroepstermijn. Een dqg voor het verstrijken van die beroepstermijn liet de griffie per brief weten dqt dqt verzet moest betekend worden via een deurwaarder wat niet in de brief van de griffie veermeld stond waarmee ze me lieten weten over het verzet aantekenen.
Nu zit ik dus met die veroiordeling, ik moet een enorm bedrag terugbetalen voor iets dat ik niet gedaan heb. De RVA beschuldigde me van valse aangifte terwijl ik alles correct volgens KB 25/11/1991 artikel 110 verricht heb.
Kan ik een herziening aanvragen?
Of wat kan ik nog doen?

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
JPV
Berichten: 14657
Juridisch actief: Ja

#2 , 11 dec 2013 08:46

misschien eerst eens de grond van de zaak bekijken. Kan je het vonnis doorsturen, zodat we kunnen zien waarover het gaat? Namen mag je verwijderen indien nodig.

patje161265
Topic Starter
Berichten: 50

#3 , 12 dec 2013 14:26

Kan het vonnis niet zo onmiddellijk terugvinden. Maar ik kan het altijd opvragen op de arbeidsrechtbank.
Om het kort te schetsen: het gaat over het feit dat de RVA denkt dat ik valse aangifte zou gedaan hebben ivm gezinssituatie.
Ik heb ,e destijds aangegeven als werkzoekende die alimentatie betaald. Volgens KB 25/11/1991 artikel 110 kan die aangetoond worden door vonnis EOT of een notariële akte. Heb ik ook gedaan.
Ze vroegen bewijzen dfat ik het ook daadwerkelijk betaal. Ik heb een tijdje geleden hier op dit forum gevraagd volgens welk KB of wetsartikel de RVA de beoegdheid geeft om dat op te vragen. KB 25/11/1991 artikel 110 zegt daar niets over.
Het probleem is nl dat over de periode nl 01/2005 - 12/2008 waarover zij de bewijzen vragen, het praktisch materieel onmogelijk is dat te tonen omdat die verloren zijn gegaan in een brand.

Reclame

JPV
Berichten: 14657
Juridisch actief: Ja

#4 , 12 dec 2013 23:16

Ze vroegen bewijzen dfat ik het ook daadwerkelijk betaal. Ik heb een tijdje geleden hier op dit forum gevraagd volgens welk KB of wetsartikel de RVA de beoegdheid geeft om dat op te vragen. KB 25/11/1991 artikel 110 zegt daar niets over.
art. 110 geeft wel degelijk die bevoegdheid. Zie daarvoor ook het verslag aan de koning (BS 05/02/2002)
Het probleem is nl dat over de periode nl 01/2005 - 12/2008 waarover zij de bewijzen vragen, het praktisch materieel onmogelijk is dat te tonen omdat die verloren zijn gegaan in een brand.
U kan altijd de betalingsbewijzen bekomen via de bank, deze moet de rekeninguittreksels tot 10 jaar na datum bijhouden en kan u hiervan tegen betaling een kopie bezorgen.

Code: Selecteer alles

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit besluit brengt een wijziging aan artikel 110 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, dat de voorwaarden regelt betreffende de onderverdeling in categorieën van de werkloze volgens zijn gezinstoestand. Naargelang hun gezinstoestand zijn de werklozen ondergebracht in drie categorieën : werknemers met gezinslast, alleenwonende werknemers en samenwonende werknemers. Deze bepalen het bedrag van de uitkering waarop de werkloze aanspraak kan maken. De hoedanigheid van gezinshoofd voorziet in het hoogste bedrag van uitkeringen en dit, zonder enige beperking in duur. Dit besluit wijzigt de voorwaarden voor de toekenning van de hoedanigheid van gezinshoofd, in het specifiek geval van de werkloze die alleen woont en onderhoudsuitkeringen verschuldigd is; Tot op heden werd de code "gezinshoofd" toegekend aan de werkloze die alleen woont en onderhoudsuitkeringen verschuldigd is in het voordeel van zijn (ex-)echtgeno(o)t(e) of van zijn kinderen : - hetzij op grond van een rechterlijke beslissing; - hetzij op grond van een notariële akte, maar enkel in twee specifieke gevallen : - de notariële akte werd opgesteld in het kader van een procedure tot echtscheiding met onderlinge toestemming; - de notariële akte werd opgesteld in het kader van een scheiding van tafel en bed. De hier voorgestelde tekst voorziet : 1. de verplichting het onderhoudsgeld effectief te betalen om deze code te bekomen, ongeacht of deze onderhoudsverplichting voortkomt uit een rechterlijke beslissing of een notariële akte; 2. de opening van het recht op de code van gezinshoofd voor de werkloze die effectief onderhoudsgeld betaalt ten voordele van zijn kind op grond van een notariële akte, zonder onderscheid te maken aangaande de omstandigheden bij het afsluiten van deze notariële akte (geen onderscheid tussen het onderhoudsgeld verschuldigd in het kader van de scheiding bij gehuwde koppels en deze verschuldigd in het kader van de situatie van niet gehuwde ouders). 1. de verplichting van de effectieve betaling van het onderhoudsgeld 1.1 Doel 1. De invoering van het principe van de effectieve betaling heeft tot doel aan de schuldeiser van het onderhoudsgeld de betaling ervan te verzekeren, langs de omweg van een bijkomende verplichting die een voorwaarde is voor de toekenning van de code gezinshoofd aan de schuldenaar. Deze vereiste van effectieve betaling concretiseert de oorspronkelijke bedoeling van de Overheid en de RVA in het bijzonder, die inhield dat de onderhoudsplichtige, om zich van deze verplichting te kunnen kwijten, daartoe een toeslag verzekerd wordt bij zijn uitkeringen. Het blijkt inderdaad dat 20 % van de gescheiden personen met kinderlast hun onderhoudsgeld niet ontvangen. Indien men hierbij de vertragingen bij de betaling van het onderhoudsgeld meetelt komt men tot 40 %. Bovendien blijkt uit het Algemeen Armoederapport dat omstandigheden bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed met een echtgenoot die het voornaamste inkomen van het gezin inbracht een van de directe oorzaken zijn van het afglijden van vrouwen naar de armoede. Deze onzekere toestand wordt dan nog scherper benadrukt wanneer het alleenstaande vrouwen betreft met kinderen ten laste, die het slachtoffer zijn van tekortkomingen van de schuldenaar van het onderhoudsgeld. Daarbij komt nog dat het deze personen zijn, die gehouden zijn om, teneinde hun rechten te doen respecteren, lange en kostelijke gerechtelijke acties te ondernemen. Het zijn zij ook die stappen moeten ondernemen tot het verkrijgen van sociale bijstand, wat niet altijd gemakkelijk is. Tenslotte wordt de terugvordering van de door het OCMW betaalde voorschotten bij hen uitgevoerd en dit, voor een situatie waarvoor zij geenszins verantwoordelijk zijn. Daarnaast wordt een stijgend aantal aanvragen tot betaling van een voorschot op het onderhoudsgeld ingediend bij de OCMW's in het gehele land. Veel van deze aanvragen blijken te gebeuren wegens een tekortkoming van de onderhoudsplichtige die het onderhoudsgeld dat ten zijne laste is niet, niet meer, gedeeltelijk of met een aanzienlijke vertraging betaalt. Zo telt men voor het jaar 1999 5631 aanvragen om een voorschot op het onderhoudsgeld, tegen 2883 voor het jaar 1994. Deze aanvragen zijn bijna verdubbeld in 5 jaar. Tussen januari 1998 en januari 1999, is het aantal aanvragen om een voorschot op dit onderhoudsgeld, uitgaande van gezinnen waarvan het jaarlijks inkomen lager ligt dan 421 000 BEF, met 16,5 pct gestegen. Het was dus nodig om, voor de werklozen die onderhoudsplichtig zijn, een preventief stelsel in te richten dat hen er toe dient aan te sporen om aan hun verplichtingen te voldoen en dit langs deze vereiste van effectieve betaling om daardoor een eenvoudige en efficiënte bescherming in te voeren voor de begunstigden van de onderhoudsuitkeringen. Naar het verleden toe berustte de beslissing om de code van gezinshoofd toe te kennen aan de werkloze waarvan de "natuurlijke" categorie deze van alleenwonende was, maar die onderhoudsplichtig was, op sociale overwegingen : zo was hij financieel in staat om zich te kwijten van zijn onderhoudsverplichtingen. De formulering die eertijds gebruikt werd liet echter niet toe er zeker van te zijn dat de uitkeringstoeslag wel degelijk gerechtvaardigd was door de betaling van onderhoudsgeld en bleef het aansporingseffect ten voordele van de schuldeiser van het onderhoudsgeld louter theoretisch. 1.2. Modaliteiten en gevolgen van deze verplichting 1.2.1. Verklaring op erewoord Uit bezorgdheid voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beperking van de administratieve lasten voor de werkloosheidsbureaus, wordt het principe van de effectieve betaling gerealiseerd door een bijkomende vermelding in de verklaring van de gezinstoestand die de werkloze moet doen bij het begin van de <werkloosheid> (of bij elke wijziging van zijn toestand) en moet hij, wanneer hij geniet van de code alleenwonende of gezinshoofd, dit jaarlijks bevestigen. Het betreft hier een verklaring op eer. 1.2.2. Controle en gevolgen Het ingestelde systeem wil geen systematische controles uitoefenen, noch aan de werkloze vragen om regelmatig het bewijs te leveren van de betaling van het onderhoudsgeld. In geval van gegronde twijfel echter over het naleven van zijn verplichting (vraag tot attestering van niet-betaling door het OCMW van de schuldeiser van het onderhoudsgeld bijvoorbeeld) laat het, op basis van een verhoor, het nazicht toe van de verklaring van de werkloze. Indien blijkt dat de toekenningsvoorwaarden voor de code gezinshoofd niet of niet meer vervuld zijn, zal de gezinssituatie van de betrokkene herzien worden. Vooraleer het bedrag van de uitkeringen naar beneden te herzien en eventueel een sanctie op te leggen kan de directeur van het bevoegde werkloosheidsbureau nochtans een termijn toekennen om de toestand te regulariseren. Bij de uitoefening van zijn appreciatierecht is hij er inderdaad toe gehouden, om de totaliteit van de elementen in aanmerking te nemen die de werkloze voorlegt, zoals bijvoorbeeld een alleenstaande vertraging bij de betaling, voorbijgaande financiële moeilijkheden, bijzondere betalingsmodaliteiten. 1.2.3. Bewijs Het principe van de effectieve betaling stelt het OCMW van de schuldeiser van het onderhoudsgeld een instrument ter beschikking dat het moet toelaten, met de medewerking van de RVA, na te gaan of er behoeftigheid bestaat voortvloeiend uit de niet-betaling van het onderhoudsgeld en dat daardoor een voorschot op het onderhoudsgeld gerechtvaardigd is. In de vastgestelde gevallen van niet-betaling kan het OCMW van de schuldeiser van het onderhoudsgeld een bewijs verkrijgen van de RVA tot bevestiging van de niet-betaling. 2. Onderhoudsuitkeringen op grond van een notariële akte in het voordeel van de echtgeno(ot)(e) of van de kinderen. 2.1. Voorgaanden Buiten de gevallen waarin de onderhoudsuitkeringen vastgesteld werden bij een rechterlijke beslissing, voorzag de werkloosheidsreglementering de toekenning van de code van gezinshoofd enkel indien in de notariële akte een onderhoudsverplichting opgenomen was in het kader van een echtscheiding met onderlinge toestemming of van een scheiding van tafel en bed. Dit denkbeeld hield enkel rekening met de realiteit bij de scheiding van gehuwde koppels. Heden ten dage is het niet meer aanvaardbaar een notie te behouden die uitsluitend gebaseerd is op het huwelijk. 2.2. Vaststelling De feitelijke gezinnen maken thans geen alleenstaand geval meer uit, evenmin als de scheiding van niet-gehuwde koppels. Daarenboven bestaan er situaties, waarbij de vader nooit samengewoond heeft met het kind, maar hij toch onderhoudsplichtig is. De artikelen 203 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, houden inderdaad een wettelijke onderhoudsverplichting in van de ouders ten voordele van hun kinderen, ongeacht of de ouders al dan niet gehuwd waren. Deze verplichting veronderstelt nochtans dat het kind erkend werd. Psychologisch en financieel gesproken, is het zich beroepen op een rechterlijke beslissing moeilijk te aanvaarden voor niet gehuwde ouders, het komt neer op een notie van fout en veroordeling, van procedurekosten, terwijl gehuwde ouders die zich willen kwijten van hun onderhoudsverplichting dit in der minne kunnen regelen via hun notaris, sine die en met de kleinst mogelijke kosten. De onderhoudsverplichting verliest bovendien niet aan kracht, noch aan waarde, indien zij bekrachtigd wordt bij notariële akte, eerder dan bij rechterlijke beslissing. Het betreft procedures die beiden aan de schuldeiser (het kind) of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger (de ouder die het ouderlijk gezag uitoefent) een uitvoerbare titel verlenen. Dit betekent dat in geval van tekortkoming door de schuldenaar van de onderhoudsverplichting, de betaling bij gerechtsdeurwaarder kan gevorderd worden, zonder (opnieuw) voor een rechter te passeren om voorafgaand het bestaan van het recht te laten vaststellen. Daarom werd de tekst van artikel 110 zodanig aangepast dat aan elke werkloze, die alleen leeft en ouder is van een kind, de code van gezinshoofd kan toegekend worden, wanneer hij onderhoudsgeld betaalt, zij het op basis van een rechterlijke beslissing of van een notariële akte. 1.3. Modaliteiten In de veronderstellingen van scheiding of scheiding van tafel en bed zal het recht van erkenning van de code van gezinshoofd gebeuren door bij de reeds eerder ter sprake gebrachte verklaring van de gezinstoestand een kopie van de notariële akte te voegen. Elke wijziging van de situatie (stopzetting van de betaling, einde van de onderhoudsverplichting) zal langs dezelfde weg gemeld moeten worden. Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienares, De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 24 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 110 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997, 13 februari 1998, 22 december 1998, 26 maart 1999, 12 augustus 2000, 22 mei 2001, 19 juli 2001, 10 augustus 2001 en 30 december 2001; Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 110, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 november 1994, 22 november 1995 en 4 augustus 1996 en 17 december 2001; Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, gegeven op 7 juni 2001; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 juni 2001; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 juni 2001; Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand; Gelet op het advies 31.971/1 van de Raad van State, gegeven op 8 november 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Artikel 110, § 1, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° alleen woont en effectief onderhoudsuitkeringen betaalt : a) op grond van een rechterlijke beslissing; b) op grond van een notariële akte in het kader van een procedure tot echtscheiding door onderlinge toestemming of van een scheiding van tafel en bed; c) op grond van een notariële akte ten voordele van zijn kind, hetzij aan de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, hetzij aan het meerderjarig kind, indien de staat van behoeftigheid voortduurt. » Art. 2. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Art. 3. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 24 januari 2002. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
U hebt dus geen juridisch punt om op te staan volgens mij. Een herziening bij de RVA is sowieso niet aan de orde, gezien ze de rechtzaak gewonnen hebben, een hoger beroep is volgens jezelf ook al verstreken qua termijn en heeft, als dit je argumentatie was, geen juridische grond.

patje161265
Topic Starter
Berichten: 50

#5 , 13 dec 2013 09:18

U hebt dus geen juridisch punt om op te staan volgens mij.
Daarvan ben ik niet zo zeker van aangezien ik bij verstek ben veroordeeld en door een naltigheid van de griffier van de arbeidsrechtbank heb ik geen verzet kunnen aantekenen of beter gezegd was ik ermee te laat. In hun brief met de mededeling dat ik bij verstek was veroordeeld stond niet vermeld dat ik dit verzet via een deurwaarder moest doen of naar de griffier zelf moest komen. Naar de griffier komen was gezien mijn medische toestand toen niet mogelijk.
Dus heb ik het via een aangetekende gedaan.

Op 7 mei 2012 heb ik hier de vraag gesteld over het opvragen van betalingsbewijzen en kreeg van u JPV dit antwoord
KB 25/11/1991: Artikel 110

Onder werknemer met gezinslast (1) wordt verstaan de werknemer die :
KB art. 59quinquies §6 2e lid 1° - 59sexies §6 1e lid 2° - 130bis
1° samenwoont met een echtgeno(o)t(e), die noch over beroepsinkomens, noch over vervangingsinkomens beschikt (2) ; in dat geval wordt geen rekening gehouden met het al dan niet bestaan van inkomens in hoofde van andere personen met wie de werknemer samenwoont;
MB art. 59 tot 61
2° niet samenwoont met een echtgeno(o)t(e) doch uitsluitend (3) samenwoont met :
MB art. 59 tot 61
a) één of meerdere kinderen, op voorwaarde dat hij aanspraak kan maken op gezinsbijslagen voor ten minste één ervan (4) of dat geen onder hen over beroeps- of vervangingsinkomens beschikt;
KB 131septies/1 §§ 1 en 5 MB art. 62 1e lid
b) één of meerdere kinderen en andere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad (5) , op voorwaarde dat hij aanspraak kan maken op gezinsbijslagen voor ten minste één van die kinderen en dat de andere bloed- of aanverwanten noch over beroeps- noch over vervangingsinkomens beschikken;
MB art. 62
c) één of meerdere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, die noch over beroeps-, noch over vervangingsinkomens beschikken;
MB art. 62
[3° alleen woont en effectief (6) onderhoudsuitkeringen betaalt (7):
a) op grond van een rechterlijke beslissing; (8)

b) op grond van een notariële akte in het kader van een procedure tot echtscheiding door onderlinge toestemming of van een scheiding van tafel en bed;

c) (9) op grond van een notariële akte ten voordele van zijn kind, hetzij aan de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, hetzij aan het meerderjarig kind, indien de staat van behoeftigheid voortduurt. (KB 24.1.2002 – BS 5.2 – IW 1.3)]


---

daaruit blijkt dat nérgens de RVA de bevoegdheid heeft of claimt om betalingsbewijzen op te vragen. Ze kennen enkel de code A (gezinshoofd) toe als je een bewijs kan leveren van het betalen van dat onderhoudsgeld. Doe je dat niet of wil je dat niet, dan heb je code B (samenwonend) of N (alleenstaand).

Ik heb jouw antwoord hier gelezen en ik lees niets van een bevoegdheid van de RVA om betalingsbewijzen op te vragen. Volgens mij mag alleen een vrederechter of de procureur van de rechtbank van eerste aanleg dat toen als de moeder klacht indient. RVA is rijksdienst voor arbeidsvoorziening en volgens mij is dat geen rechtbank.
Ik zie het als een soort schending van privacy, een controle wat je met uw uitkering doet.

Ik ga inderdaad proberen die betalingsbewijzen via mijn bank te pakken te krijgen of misschien kan het controlekantoor vande belastigen me ook helpen.

Trouwens over het betalen van alimentatie. Ik geniet een werkloosheidsuitkering rond de 1100 euro. Mijn ex heeft een full time job met een salaris rond de 1600 euro, trekt verhoogd kindergeld omdat ons kind in een MPI type 4 van het buitengewoon onderwijs zit. Is het normaal of eerlijk dat ik een alimentatie moet betalen van 200 euro?

JPV
Berichten: 14657
Juridisch actief: Ja

#6 , 13 dec 2013 21:20

U hebt dus geen juridisch punt om op te staan volgens mij.
Daarvan ben ik niet zo zeker van aangezien ik bij verstek ben veroordeeld en door een naltigheid van de griffier van de arbeidsrechtbank heb ik geen verzet kunnen aantekenen of beter gezegd was ik ermee te laat.
u wordt verondersteld zelf de wet te kennen, de griffier heeft hier niks misgedaan. Dat u het verzet via een deurwaarder moet doen wordt u verondersteld te weten.
Op 7 mei 2012 heb ik hier de vraag gesteld over het opvragen van betalingsbewijzen en kreeg van u JPV dit antwoord
KB 25/11/1991: Artikel 110

Onder werknemer met gezinslast (1) wordt verstaan de werknemer die :
KB art. 59quinquies §6 2e lid 1° - 59sexies §6 1e lid 2° - 130bis
1° samenwoont met een echtgeno(o)t(e), die noch over beroepsinkomens, noch over vervangingsinkomens beschikt (2) ; in dat geval wordt geen rekening gehouden met het al dan niet bestaan van inkomens in hoofde van andere personen met wie de werknemer samenwoont;
MB art. 59 tot 61
2° niet samenwoont met een echtgeno(o)t(e) doch uitsluitend (3) samenwoont met :
MB art. 59 tot 61
a) één of meerdere kinderen, op voorwaarde dat hij aanspraak kan maken op gezinsbijslagen voor ten minste één ervan (4) of dat geen onder hen over beroeps- of vervangingsinkomens beschikt;
KB 131septies/1 §§ 1 en 5 MB art. 62 1e lid
b) één of meerdere kinderen en andere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad (5) , op voorwaarde dat hij aanspraak kan maken op gezinsbijslagen voor ten minste één van die kinderen en dat de andere bloed- of aanverwanten noch over beroeps- noch over vervangingsinkomens beschikken;
MB art. 62
c) één of meerdere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, die noch over beroeps-, noch over vervangingsinkomens beschikken;
MB art. 62
[3° alleen woont en effectief (6) onderhoudsuitkeringen betaalt (7):
a) op grond van een rechterlijke beslissing; (8)

b) op grond van een notariële akte in het kader van een procedure tot echtscheiding door onderlinge toestemming of van een scheiding van tafel en bed;

c) (9) op grond van een notariële akte ten voordele van zijn kind, hetzij aan de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, hetzij aan het meerderjarig kind, indien de staat van behoeftigheid voortduurt. (KB 24.1.2002 – BS 5.2 – IW 1.3)]


---

daaruit blijkt dat nérgens de RVA de bevoegdheid heeft of claimt om betalingsbewijzen op te vragen. Ze kennen enkel de code A (gezinshoofd) toe als je een bewijs kan leveren van het betalen van dat onderhoudsgeld. Doe je dat niet of wil je dat niet, dan heb je code B (samenwonend) of N (alleenstaand).

Ik heb jouw antwoord hier gelezen en ik lees niets van een bevoegdheid van de RVA om betalingsbewijzen op te vragen. Volgens mij mag alleen een vrederechter of de procureur van de rechtbank van eerste aanleg dat toen als de moeder klacht indient. RVA is rijksdienst voor arbeidsvoorziening en volgens mij is dat geen rechtbank.
Ik zie het als een soort schending van privacy, een controle wat je met uw uitkering doet.
De RVA heeft de bevoegdheid niet om betalingsbewijzen op te vragen, dit hebben ze bij jou dan ook niet gedaan. Ze hebben wel, zoals ik zelf ook zei in m'n antwoord, het recht om een bewijs te vragen van de effectieve betaling. Dit kan jij dan leveren door die betalingsbewijzen te overhandigen, maar dit kan ook op andere manieren (verklaring van je ex, ontvangstbewijzen, ...).

Ik ga inderdaad proberen die betalingsbewijzen via mijn bank te pakken te krijgen of misschien kan het controlekantoor vande belastigen me ook helpen.
indien dit nog mogelijk is qua verzettermijnen...
Trouwens over het betalen van alimentatie. Ik geniet een werkloosheidsuitkering rond de 1100 euro. Mijn ex heeft een full time job met een salaris rond de 1600 euro, trekt verhoogd kindergeld omdat ons kind in een MPI type 4 van het buitengewoon onderwijs zit. Is het normaal of eerlijk dat ik een alimentatie moet betalen van 200 euro?
dat staat hier los van. Die discussie kan je elders voeren.

patje161265
Topic Starter
Berichten: 50

#7 , 24 jan 2014 12:53

u wordt verondersteld zelf de wet te kennen
Elke burger is ook verondersteld te weten dat hij belastingen moet betalen, toch dat gebeurd niet. Iedereen is verondersteld geen criminele feiten te plegen, toch gebeurt het en het is daarom dat onze gevangenissen zo overbevolkt zijn, en ik kan het weten want ik heb in een gevangenis gewerkt. Dus aub bespaar me zo'n onzinnige antwoorden in de stijl van "je bent verondersteld zelf de wet te kennen" want sorry hoor daarmee moet ik eens goed lachen.
de griffier heeft hier niks misgedaan. Dat u het verzet via een deurwaarder moet doen wordt u verondersteld te weten.
Niet mee eens.
Zoals ik al zei heb ik in een gevangenis gewerkten kwam daar ook in aanraking met de griffier. Als een griffier onvolledige informatie geeft aan één van de gedetineerden en de advocaat komt daar achter, dan kan de griffie het komen uitleggen.
En de griffier van de arbeidsrechtbank heeft onvolledige informatie, of zelfs verkeerde informatie gegeven.
In de brief van de griffie ivm het verzet stond vermeld dat ik 1 maand de tijd had om dat verzet aan te tekenen.
Dit klopt niet. Het is 3 maanden en dit is mij bevestigd door de secretaris-generaal van mijn vakbond.
Verzet moet met een deurwaarder? Klopt niet! Kan ook met een aangetekende gebeuren zoals ik heb gedaan, of het kan zelfs via de vakbond. Is me ook verteld door de seceretaris-generaal van mijn vakbond. En ik denk wel waarover ie spreekt.

Dus ik denk wel dat ik reden heb om een herziening of een heropening van mijn zaak aan te vragen. Het is iedere burger zijn recht om zich te laten horen of te verdedigen en die kans heb ik door foutieve informatie van de griffier niet gekregen en daardoor ben ik in mijn recht geschaad.
Laatst gewijzigd door patje161265 op 08 mar 2014 21:04, 2 keer totaal gewijzigd.

Franciscus
Berichten: 39654
Juridisch actief: Nee

#8 , 24 jan 2014 13:23

Ook uw belastingsbrieven waar het bedrag van alimentatie staat kunnen gebruikt worden bij mijn weten.

JPV
Berichten: 14657
Juridisch actief: Ja

#9 , 24 jan 2014 17:17

u wordt verondersteld zelf de wet te kennen
Elke burger is ook verondersteld te weten dat hij belastingen moet betalen, toch dat gebeurd niet. Iedereen is verondersteld geen criminele feiten te plegen, toch gebeurt het en het is daarom dat onze gevangenissen zo overbevolkt zijn, en ik kan het weten want ik werk in een gevangenis. Dus aub bespaar me zo'n onzinnige antwoorden in de stijl van "je bent verondersteld zelf de wet te kennen" want sorry hoor daarmee moet ik eens goed lachen.
je mag lachen, maar het is wel een feit waarvan de rechter uitgaat.
de griffier heeft hier niks misgedaan. Dat u het verzet via een deurwaarder moet doen wordt u verondersteld te weten.
Niet mee eens.
1. Zoals ik al zei werk ik in een gevangenis en kom daar ook in aanraking met de griffier. Als een griffier onvolledige informatie geeft aan één van de gedetineerden en de advocaat komt daar achter, dan kan de griffie het komen uitleggen.
2. En de griffier van de arbeidsrechtbank heeft onvolledige informatie, of zelfs verkeerde informatie gegeven.
3. In de brief van de griffie ivm het verzet stond vermeld dat ik 1 maand de tijd had om dat verzet aan te tekenen.
Dit klopt niet. Het is 3 maanden en dit is mij bevestigd door de secretaris-generaal van mijn vakbond.
4. Verzet moet met een deurwaarder? Klopt niet! Kan ook met een aangetekende gebeuren zoals ik heb gedaan, of het kan zelfs via de vakbond. Is me ook verteld door de seceretaris-generaal van mijn vakbond. En ik denk wel waarover ie spreekt.

Dus ik denk wel dat ik reden heb om een herziening of een heropening van mijn zaak aan te vragen. Het is iedere burger zijn recht om zich te laten horen of te verdedigen en die kans heb ik door foutieve informatie van de griffier niet gekregen en daardoor ben ik in mijn recht geschaad.
1. De griffie is je vooreerst al door geen enkele wet verplicht die informatie te geven, laat staan dat ze een bepaalde "volledige" informatieplicht zouden hebben. Daarvoor dient eerst bepaald te worden wat volledig is.
2. En hoe zal u dat bewijzen?
3. 3 maand is de beroepstermijn. 1 maand is de verzetstermijn:

Code: Selecteer alles

Art. 1048. (De termijn om verzet aan te tekenen is één maand te rekenen vanaf de betekening van het vonnis of de kennisgeving ervan overeenkomstig artikel 792, tweede en derde lid.) <W 1993-01-12/34, art. 21, 021; Inwerkingtreding : 1993-03-01> Heeft de niet verschenen partij geen woon- of verblijfplaats of geen gekozen woonplaats in België, dan wordt de termijn van verzet verlengd overeenkomstig artikel 55.
4. Verzet moet via een deurwaarder, jij bedoelt waarschijnlijk beroep.

Code: Selecteer alles

Art. 1047. Tegen ieder verstekvonnis kan verzet worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen. Het verzet wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot, dat dagvaarding inhoudt om te verschijnen voor de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen. Met instemming van de partijen kan hun vrijwillige verschijning die formaliteiten vervangen.
Je mag me altijd verbeteren mocht je andere wetgeving kunnen citeren.

Je kan je zaak zo eenvoudig oplossen door de bewijzen van overschrijvingen bij de bank op te vragen. Je hoeft het je echt niet onmogelijk te maken. De RVA kan, indien jij alle omstandigheden kan aantonen én even bij de bank langsloopt voor de overschrijvingen-overzicht op te halen, nog altijd, zonder rechtbank, de situatie herzien.

dobbel
Berichten: 54

#10 , 31 jan 2014 08:58

ik vind het nogal raar dat zoiets zou afgewezen worden als je gewoon je uitreksels terug kan opvragen.
Dat zij controle mogen uitvoeren dat u wel degelijk onderhoudsgeld betaald is ook nogal wiedes :)

wat ik niet versta is dat u in de eerste instantie geen verweer heeft opgemaakt en dat dit speciaal naar
de rechtbank is moeten gaan.

Als u het dan toch daadwerkelijk betaald heeft zou rva er ook geen problemen van hebben gemaakt.

patje161265
Topic Starter
Berichten: 50

#11 , 07 mar 2014 15:17

Ik blijf erbij, er is niets dat zegt dat de RVA betalingsbewijzen mag opvragen en dat hebben ze gedaan.
het betreffende KB 110 zegt enkel bij bijv voorleggen van akte EO+T en dat heb ik ook gedaan.

Nu is er vandaag aan het licht gekomen dat voor de periode dat de RVA betalingsbewijzen vroeg en dit nog tot op de dag van vandaag onterecht alimentatie betaal omdat mijn inkomen niet meer is dan het leefoon voor gezinshoofd nl 1089.82 euro en de inkomsten van ex hoger zijn.

"de invordering van het onderhoudsgeld mag niet gebeuren zolang u het leefloon (vroeger bekend als "bestaansminimum") krijgt of indien u slechts beschikt over bestaansmiddelen die lager liggen dan of gelijk zijn aan het bedrag van het leefloon waarop u aanspraak zou kunnen maken"
Dit vond ik op deze link
http://www.secal.belgium.be/index.php?page=4#top" onclick="window.open(this.href);return false;

Ik heb telefonisch contact gehad met DAVO en die bevestigen het bovenvermelde en dat ik zelfs naar de rechter kan stappen om het af te schaffen.

Dus ik denk dat ik wel een reden heb om terug naar de rechter tegen RVA te stappen

patjebrussel
Berichten: 627

#12 , 08 mar 2014 00:19

"de invordering van het onderhoudsgeld mag niet gebeuren zolang u het leefloon (vroeger bekend als "bestaansminimum") krijgt of indien u slechts beschikt over bestaansmiddelen die lager liggen dan of gelijk zijn aan het bedrag van het leefloon waarop u aanspraak zou kunnen maken"
Je werkte toch in een gevangenis ?

patje161265
Topic Starter
Berichten: 50

#13 , 08 mar 2014 21:07

[quoteJe werkte toch in een gevangenis ?][/quote]

Werkte of gewerkt dus maw voltooid verleden tijd.

En wat heeft dat te maken met deze topic????

Is het mogelijk on topic te blijven, dank u

JPV
Berichten: 14657
Juridisch actief: Ja

#14 , 09 mar 2014 15:09

Ik blijf erbij, er is niets dat zegt dat de RVA betalingsbewijzen mag opvragen en dat hebben ze gedaan.
lees jij eigenlijk wat er geschreven wordt?

De RVA heeft de bevoegdheid niet om betalingsbewijzen op te vragen, dit hebben ze bij jou dan ook niet gedaan. Ze vroegen geen betalingsbewijzen op, ze verwijten je gewoon dat je geen betalingsbewijzen of andere bewijzen van effectieve betaling voorlegde.
het betreffende KB 110 zegt enkel bij bijv voorleggen van akte EO+T en dat heb ik ook gedaan.
nee, art. 110 zegt:
alleen woont en effectief onderhoudsuitkeringen betaalt :

a) op grond van een rechterlijke beslissing; De onderhoudsverplichting kan blijken uit: - een vonnis of arrest (zonodig in samenlezing met de onderhandse overeenkomst, in geval van echtscheiding door onderlinge toestemming zonder notariële akte

b) op grond van een notariële akte in het kader van een procedure tot echtscheiding door onderlinge toestemming of van een scheiding van tafel en bed;

c) De mogelijkheid rekening te houden met vrijwillig betaalde onderhoudsuitkeringen (in uitvoering van de onderhoudsplicht voorzien in de art. 203 en volgende Burgerlijk Wetboek) voor zijn kind, niet op op grond van een notariële akte ten voordele van zijn kind, hetzij aan de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, hetzij aan het meerderjarig kind, indien de staat van behoeftigheid voortduurt.
meer zelfs, de wetgeving is expliciet verandert in 2002, zie: http://reflex.raadvst-consetat.be/refle ... /74471.pdf" onclick="window.open(this.href);return false; .

Nu is er vandaag aan het licht gekomen dat voor de periode dat de RVA betalingsbewijzen vroeg en dit nog tot op de dag van vandaag onterecht alimentatie betaal omdat mijn inkomen niet meer is dan het leefoon voor gezinshoofd nl 1089.82 euro en de inkomsten van ex hoger zijn.

"de invordering van het onderhoudsgeld mag niet gebeuren zolang u het leefloon (vroeger bekend als "bestaansminimum") krijgt of indien u slechts beschikt over bestaansmiddelen die lager liggen dan of gelijk zijn aan het bedrag van het leefloon waarop u aanspraak zou kunnen maken"
Dit vond ik op deze link
http://www.secal.belgium.be/index.php?page=4#top" onclick="window.open(this.href);return false;
dit is wetgeving wat betreft DAVO. Heeft niks te maken met het bepalen van je gezinstoestand bij de RVA. Ja, Davo mag niet invorderen als je inkomen lager is dan het leefloon (tenzij je inkomen weigert net om deze reden)
Ik heb telefonisch contact gehad met DAVO en die bevestigen het bovenvermelde en dat ik zelfs naar de rechter kan stappen om het af te schaffen.

Dus ik denk dat ik wel een reden heb om terug naar de rechter tegen RVA te stappen
niet tegen de RVA, eventueel tegen DAVO (maar da's een andere discussie).

Terug naar “Werkloosheid”