Vrouw bezit een opbrengsteigendom van 4 appartementen aan de kust sinds 1990, waarop ze een hypotheek neemt van 25 jaar. Ze trouwt in 1995 met gemeenschap van goederen. Haar man vraagt een echtscheiding in 2012.
De man eist de helft van de afbetalingen van de hyptheek over de periode van 1995-2012 en bovendien ook 35% van de meerwaarde van de appartementen tussen 1995 en 2012 (gebaseerd op het gedeelte van de aflossing).
Is dit correct ? De eigendommen en de hypotheek stonden enkel op haar naam. Er werden geen investeringen gedaan over de periode met gemeenschappelijk geld (buiten een kleine herstelling links en rechts). Rond 1995 dekte de huurinkomsten de hyptheek en daarna was er een positief saldo dat in de gemeenschap ging (en waarvan hij ook genoten heeft).