Als antwoord op het andere argument: Rb. Brussel (16e k.) 28 februari 2008, Res Jur.Imm. 2008, afl. 3, 220
Het gebruik van het goed door de verhuurder of een naaste mag niet worden aangevoerd om een huurovereenkomst van drie jaar te beëindigen. In casu is de opzegging door de verhuurder derhalve nietig. Aangezien de opzegging bovendien een eenzijdige rechtshandeling is, mag de persoon die de opzegging geeft er geen afstand meer van doen zonder akkoord van de bestemmeling.
Met andere woorden, zodra een opzegging wordt gegeven, heeft ze gevolgen. Bijgevolg moest de verhuurster het akkoord van de huurster verkrijgen indien ze uiteindelijk toch niet wilde dat de huurster het appartement verliet. Uiteraard was de nietigheid van de opzegging in casu slechts relatief en stond het de beschermde persoon (de huurster) bijgevolg vrij om ze niet in te roepen. Dit is echter niet vast te stellen. De brief met daarin het standpunt van de huurster was immers perfect duidelijk, aangezien ze erin aankondigde te zullen vertrekken en een schadevergoeding te zullen eisen.
Er zit geen enkele tegenstrijdigheid in die houding, in tegenstelling tot wat de verhuurster beweerde. Het slachtoffer van een fout heeft immers de keuze om een herstel in natura of door een gelijkwaardige prestatie te eisen. Bij vaststelling van de onwettige verbreking van haar huurovereenkomst kon de huurster bijgevolg eisen om in het appartement te blijven of om door overhandiging van een geldbedrag te worden vergoed. Het feit dat het herstel in natura overeenkomt met de hypothese dat de partijen tot een overeenstemming komen om de onwettige opzegging te annuleren en de uitvoering van de overeenkomst voort te zetten, doet geen afbreuk aan het feit dat het slachtoffer hier nog altijd een herstel van de schade door een of ander alternatief wil verkrijgen. Bovendien had ze tegen de wil van de verhuurster ter plaatse kunnen blijven en zich tot de vrederechter kunnen wenden om de nietigheid van de opzegging vast te stellen. Daaruit zou bijgevolg duidelijk zijn gebleken dat het herstel in natura en het bereiken van een akkoord twee verschillende zaken zijn, zelfs als ze in de praktijk hetzelfde resultaat hebben. (eigen onderlijning)