#2 , 01 jun 2013 08:54
‘Ook de B.T.W. op de herstellingskosten is verschuldigd,ook al wordt de wagen daadwerkelijk niet hersteld‘(Cass. 20 september 1988,Verkeersrecht 1988,317,noot BREWAEYS,E.,J.L.M.B. 1989,1042,noot DEBOECK,K.).
‘Wie door een onrechtmatige daad een zaak verliest,heeft recht op een schadevergoeding waarmee hij zich een gelijkaardige zaak kan aanschaffen. Voor wie niet onderworpen is aan het stelsel van de B.T.W.,omvat de schadevergoeding dus de B.T.W.,die men moet betalen om een gelijkaardige zaak als de verlorene te verwerven,ook al koopt de schadeleider in casu dus geen vervangingsvoertuig‘(Cass. 13 april 1988,J.T. 1988,315,R.W. 1988-89,301,noot,R.C.J.B. 1989,631,noot GLANSDORFF,F.,DALCQ,C.).
Uit voornoemde cassatierechtspraak kan afgeleid worden dat uw verzekeringsmaatschappij u niet het recht kan ontnemen te herstellen of niet te herstellen en a fortiori uw eventuele hersteller zelf te kiezen.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/