Het was voor mij niet helemaal duidelijk in welke categorie mijn vraag thuishoort. Hopelijk komt het hier een beetje in de buurt
.Mijn vader heeft ongeveer 2,5 jaar geleden een nieuwe auto aangekocht. Doordat hij gehandicapt was had hij recht op een gunstig BTW tarief van 6%. Die 6% kon en heeft hij later ook nog terug getrokken.
Helaas is mijn vader enkele weken geleden overleden. Wij, de twee kinderen, willen nu deze auto verkopen. Ik ben er gewoon mee naar de garage gereden waar hij aangekocht geweest is. Daar hebben ze een bod gedaan welke ons aanstond, alleen moesten we samen gaan tekenen voor de verkoop van de auto.
Een paar uur later belt de aankoper van de garage mij echter terug op. Hij zegt nu dat wanneer hij de wagen opnieuw zal verkopen, hier 21% btw zal op moeten aanrekenen, en bijgevolg dus nu deze in mindering zal moeten brengen op de prijs die hij voor de auto zou betalen. Dit stel ik echter in vraag.
De informatie die ik heb, heb ik hier terug gevonden: http://financien.belgium.be/nl/particul ... _voertuig/
Zoals ik het begrijp moet er bij de verkoop van de auto jonger dan 3 jaar inderdaad een herziening gebeuren van de BTW. Dit is dan "het basisbedrag te delen door 36 en dan te vermenigvuldigen met het aantal resterende volledige maanden (tussen de datum van gewijzigd gebruik of afstand van het voertuig en het einde van de periode van 3 jaar)." Echter staat er ook bij vraag 4 dat bij overlijden geen BTW herziening dient te gebeuren.
Sowieso vraag ik mij af of dit wel van belang is voor de garage, en dat de herziening niet ten laste valt van de verkoper (in dit geval ons, de nabestaanden dus)?
Dus om tot de uiteindelijke vraag te komen, klopt de stelling van de verkoper dat hij 21% van de prijs moet afdoen, omdat hij deze dient door te rekenen aan de latere koper, of heeft hij met deze herziening niets te maken?
Met vriendelijke groeten,
Andy