#1 , 01 nov 2012 22:47
Uitspraak Vredegerecht die hier volgt, motivering nul.
Een tientallen meters lange draadafsluiting op de perceelsgrens met klimop begroeid, geen minnelijke schikking mogelijk, geen verzoening mogelijk, daarna naar Vrederechter.
Dus eerst dagvaarding om ze te laten rooien, met inbegrip van in kaart brengen van de hinder die ze gaf en geeft. Advocaat vroeg ook schadevergoeding wegens genotsderving.
Vonnis stelde dat het een afsluiting is, geen haag. Daarna in beroep bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.
Deze bekrachtigt het vonnis, zegt dat een haag uit bomen of planten bestaat die op zichzelf kunnen staan, zegt dat klimop een plant is die niet op zichzelf kan staan, het dus geen haag is maar wel wat de vrederechter reeds uitsprak, een afsluiting.
Nochtans is volgens 'alle' opzoekingen die ik deed het veldwetboek van toepassing en worden draadafsluitingen begroeid met klimplanten beschouwd als een levende haag. Dit lees je overal op internet. Het heeft zelfs niets te maken met gemeentelijke verordeningen, enz..., alhoewel bepaalde gemeenten en steden het wel opnemen in hun reglementering, soms publiceren op internet.
Hier is het veldwetboek dus opeens niet toegepast. Ik verlies op het hoogtepunt van de groei van de klimophaag ongeveer 1 meter in de breedte, dus meer dan 5 % van het totaal. Iets planten daar, is onmogelijk. Daar normaal werken, is onmogelijk.
Bovendien komt een tuiniersbedrijf 2 keren per jaar (té weinig) zonder verwittigen (wat toch hoffelijk zou zijn, mijn eigendom is door een lage haag afgesloten maar daarin zitten 3 gaten van minder dan 1 meter, o.a. voor toegang tot voordeur) de haag scheren, waarbij de werken de laatste keer ... 2 dagen duurden. Ze hadden niet meteen de takken weggehaald omdat zij door tegenpartij tegen mij opgezet werden (bijv. 'Dit is hier geen gazon, dit is een weide' over mijn gazon, enz... enz...).
Vraag na schetsen situatie is dus of cassatie hier aangewezen is wegens het niet toepassen van de wet, zowel door de vrederechter als door een kamer met 3 rechters in 1ste aanleg. Dit is uiteraard een vraag die het beste kan beantwoord door 1 van de advocaten die voor het Hof van Cassatie mogen pleiten, maar ik voel even de polsslag van de juridisch goed onderlegde leden van deze gemeenschap.
Het is overduidelijk dat dit inderdaad struiken zijn die niet op zichzelf kunnen staan, die echter door de draad recht omhoog groeien, waardoor ze een haag 'aan weerszijden' agressief woekerende klimplanten vormen van meer dan 50 meter lang en op bepaalde plaatsen 2,30 meter hoog. Er werd uitvoerig fotomateriaal toegevoegd maar dit is 'onvoldoende' bewijs.
Ook een schadevergoeding werd niet toegekend. Er is geen bewijs, is de motivatie. Toen de vrederechter kwam, hingen de takken 30 cm over, zo blijkt uit het verslag van zijn waarnemingen. Dit alleen al bewijst dat er genotsderving is, die naarmate de groei in hoogte en vooral breedte vorderde, ook groeide (eigen foto's genomen op quasi maximum overwoekering en overgroei). Schade hoeft naar verluidt zelfs niet bewezen te zijn om toegekend te worden bij zo een situatie ... Het volstaat tegen de wet te ageren, las ik.
Maar goed, vordering ontvankelijk maar ongegrond verklaard, vonnis vrederechter bekrachtigd maar 'mits andere motivatie' (terwijl die er eerst niet was, nog nooit had mijn advocaat zo een vonnis gezien).
Vanaf nu is iedereen gerechtigd een draad met klimplanten op de scheilijn te plaatsen, rustig te laten woekeren? De nabuur is vogelvrij? Er zijn wetten in zijn voordeel, te zijner bescherming, maar ze worden niet gevolgd? De wet werd niet toegepast door de rechtbank?
Dank voor uw commentaren!
Laatst gewijzigd door
fair op 01 nov 2012 23:06, 1 keer totaal gewijzigd.