“Art.90.(aj. 2013) Diverse inkomsten zijn: 1° ...winst of baten, hoe ook genaamd, die zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, voortkomen uit enige prestatie, verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, daaronder niet begrepen normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen...”(10 april 1992 Wetboek Inkomstenbelastingen).
Commentaar op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992(
http://www.fisconet.fgov.be/" onclick="window.open(this.href);return false; ) :
Nummer 90/5 Het begrip "beheer van een privé-vermogen" is als volgt omschreven in het verslag van de Commissie voor de Financiën van de Senaat (Stuk 366, Zitting 1961-1962, blz. 147). " Feitelijk wijkt het beheer van een vermogen af van de uitoefening van een winstgevende betrekking of van een speculatie, zowel door de aard van de goederen - d.w.z. onroerende goederen, waarden in portefeuille, roerende voorwerpen (allemaal goederen die normalerwijze een privé- vermogen uitmaken) - als door de aard van de daden die met betrekking tot die goederen verricht worden : daden die een goed huisvader verricht voor het dagelijks beheer, maar tevens met het oog op het winstgevend maken, de tegeldemaking en de wederbelegging van bestanddelen van een vermogen, d.i. van goederen die hij heeft verkregen door erfopvolging, schenking of door eigen sparen, of nog als wederbelegging van vervreemde goederen".
Nummer 90/5.2 In het algemeen mag worden aangenomen dat het normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen betreft, wanneer die verrichtingen niet met speculatieve bedoeling geschieden en ze niet door herhaling de aard van een winstgevende bezigheid verkrijgen.
Nummer 90/5.3 De administratie moet aantonen dat een handeling buiten het normale beheer van een privé-vermogen valt (Senaat, Zitting 1961-1962, Vers. Com. Fin., Stuk 366, blz. 148).
Nummer 90/5.6 "Speculatie" kan worden omschreven als een transactie met veel risico, waarbij men bij zich voordoende prijsstijging of prijsdaling kans op veel winst, maar ook op een groot verlies heeft.
Nummer 90/5.7 1°.Het begrip "speculatie" dat voorkomt in art. 67, 1°, WIB (thans art.90,1°WIB 92) , moet worden onderscheiden van de bedoeling die iedere belegger, beheerder van een privé-patrimonium, heeft om zijn beleggingen te doen opbrengen en kan derhalve worden bepaald als het opzettelijk kopen om na korte of langere termijn met winst te verkopen (Brussel, 28.4.1976 en Cass., 18.5.1977, Dochy Pierre, Bull. 572, blz. 607).2°.Speculeren bestaat onder meer in het kopen van goederen met het risico van verlies, maar met de verwachting winst te maken door de stijging van hun marktwaarde (Cass., 15.5.1987, erfgenamen Geldhof, Bull. 675, blz. 1508). 3°.Speculatie in de zin van art. 67, 1°, WIB (thans art.90,1° WIB 92) bestaat onder meer in het kopen van goederen met het risico van verlies maar met de verwachting door wederverkoop winst te maken ten gevolge van de stijging van de marktwaarde; daarbij is niet noodzakelijk vereist dat de wederverkoop binnen korte tijd op de aankoop volgt (Cass., 6.5.1988, D.C.D., Bull. 679, blz. 122).
Nummer 90/8.1 Er is gevonnist dat de hiernavolgende verrichtingen geen in art.90,1°WIB 92, bedoelde inkomsten opleveren, doch kaderen in het normale beheer van een privé-patrimonium.
1°.De verkoop, in 1964, aan het stadsbestuur van Charleroi, van een verzameling oud glaswerk die door een belastingplichtige sedert 1948 door opgravingen, aankopen en ruilingen werd samengesteld, gaat niet buiten de perken van het normale beheer van een privé-patrimonium (Brussel, 2.1.1974, Chambon Raymond, Bull. 525, blz. 78).
2°.Wanneer een gepensioneerde 4 kg monetair goud verkoopt, vormt de opbrengst geen divers inkomen onder art. 67, 1°, WIB (thans art.90,1 WIB 92)wanneer moet aangenomen worden dat het een eenmalige verrichting was en de belastingadministratie niet aantoont dat de verkoop valt buiten het normale beheer van privé-vermogen (Gent, 27.4.1984, V.D.B.I., Fiscale Jurisprudentie, 85/28).
3°.De verkoop door een schrijver van correspondentie die aan hem gericht werd door een vriend, befaamd schilder, maakt geen beroepswerkzaamheid uit, doch betreft het beheer van het privé-vermogen. De opbrengsten van dergelijke verkopen kunnen als tegenbewijs dienen in het kader van een aanslag op tekenen en indiciën, zelfs wanneer, rekening houdend met de aard van de goederen en de ongewone verkoopvoorwaarden, het bewijs van iedere transactie afzonderlijk niet kan geleverd worden (Brussel, 15.4.1986, M.M., Fiscale Jurisprudentie, 87/208).
Zie ook : ANDRE,M.,De begrenzing op fiscaal vlak van het normale beheer van een privaat vermogen,Bull.Bel. 1992,2350-2439;
Voornoemd art.90,1° is hier dus niet van toepassing.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/