Ik dacht dat een straf van minder dan 6 maanden niet moet uitgezeten worden, maar wat als er meer straf uitgesproken is, maar met uitstel? Voorbeeld:
Ercan Ilbay, de man die door het gerecht verantwoordelijk wordt geacht voor de mislukte vakantie van de achtduizend toeristen die in de zomer van 2001 op diverse luchthavens strandden, is vrijdag veroordeeld tot zeventien maanden cel waarvan twaalf maanden met uitstel en 5.500 euro boete.
17-12 = 5 maanden effectief. Moet hij die 5 maanden zitten?
Wat U hier schrijft is theoretisch niet correct. Onder het begrip "korte straf" (die in principe niet uitgevoerd wordt omdat men ervan uit gaat dat de desocialiserende effecten - waaronder familiale stoornissen, verlies van werk, stigmatisering,... - groter zijn dan de te verwachten voordelen) wordt immers verstaan:
-iedere correctionele hoofdgevangenisstraf van vier maanden of minder
-iedere correctionele gevangenisstraf van meer dan vier maanden die met gedeeltelijk uitstel werd uitgesproken zodat het gedeelte van de uit te voeren straf tot vier maanden of minder beperkt is, of die bij genademaatregel tot vier maanden of minder werd gereduceerd.
Het "gunstsysteem" geldt dus in theorie enkel voor gevangenisstraffen korter dan vier maand (of gevangenisstraffen waarvan het effectieve deel vier maand niet overschrijdt). In de praktijk hanteert men voor gevangenisstraffen die de zes maand niet overschrijden (of waarvan het effectieve deel de zes maand niet overschrijdt) echter een regel die op hetzelfde neerkomt. Het parket schort in dergelijke gevallen de uitvoering van de straf op gedurende twee maand om de veroordeelde de mogelijkheid te geven een genadeverzoek in te dienen. Dit genadeverzoek heeft een schorsende werking als het binnen de twee maanden na het in kracht van gwijsde treden van het vonnis of arrest werd ingediend. Van zodra het verzoek tijdig werd ingediend, wordt de uitvoering van de gevangenisstraf dus geschorst tot aan de uitspraak over het genadeverzoek. Concreet krijgt de veroordeelde dan vaak voor twee maanden genade en gaat het OM voor de overige vier maanden niet over tot uitvoering van de straf (men laat de straf dus verjaren).
Overigens geldt dit systeem niet voor iedereen, noch voor elk misdrijf:
-personen die in de loop van de laatste vijf jaar reeds een effectieve straf van twee maand (bij samenloop vier maand) of meer hebben ondergaan en vreemdelingen zonder vaste verblijfplaats in Belgi? komen niet in aanmerking voor de niet-uitvoering van de korte gevangenisstraf;
-ook wie veroordeeld wordt voor vervalsing en bedrog, voor familieverlating, openbare dronkenschap, onopzettelijke slagen en verwondingen of onopzettelijke doding n.a.v. een verkeersongeval, dronkenschap achter het stuur of vluchtmisdrijf komt niet in aanmerking voor deze gunst.
Kortom: Ercan Ilbay zal hoogstwaarschijnlijk zijn straf niet uitzitten want hij zal beroep kunnen doen op een combinatie van genade (voor ??n maand) en de niet-uitvoering van korte gevangenisstraf voor de overige vier maanden.
Wat het grote verschil betreft in straffen onderling: daarmee ga ik akkoord. Er is inderdaad veel dispariteit maar men denkt eraan om op dit gebied ??n en ander te ondernemen.
In Nederland werkt men bijvoorbeeld al met "rekwireerrichtlijnen" die nationaal gelden voor het OM (zodat de vorderingen op ??n lijn zitten) en denkt men eraan "straftoemetingsrichtlijnen" voor rechters in te voeren.
In Belgi? staan we zo ver nog niet. Er zijn geen bindende rekwireerrichtlijnen (hoewel bepaalde parketten, zoals het Antwerpse, wel men richtlijnen werken voor hun parketmagistraten) en er zijn ook nog geen straftoemetingsrichtlijnen. Maar we nemen wel een groeiende bereidheid waar om erover na te denken. D? hamvraag is natuurlijk wie deze richtlijnen moet opstellen. Gelet op de grondwettelijk verankerde onafhankelijkheid van de rechters is het niet evident dat het parlement deze taak op zich zou nemen.
Overigens heeft wetenschappelijk onderzoek uitgewezen dat dergelijke richtlijnen niet altijd meer gelijkheid brengen. Systemen zoals in de Verenigde Staten, waar men met "mandatory sentences" (vaste straffen) en straftoemetingsrichtlijnen (bijvoorbeeld de bekende "Minnesota Sentencing Guidelines") werkt, hebben als nadeel dat de discretionaire bevoegdheid die voorheen te situeren was op het niveau van de rechter, verschuift naar eerdere niveaus zoals dat van het OM en de politie. Met andere woorden: meer ongelijkheid!
Samengevat: als we werkelijk iets willen doen aan de verscheidenheid in strafrechtsuitspraken, dan moet het hele systeem aangepakt worden. Men moet zowel op het niveau van politie, OM, strafrechters en uitvoering van straffen maatregelen nemen. De vraag is maar wie deze taak k?n en m?g op zich nemen en of een dergelijke artifici?le gelijkheid mogelijk is in zaken die de menselijke natuur raken en zo concreet zijn dat ze meestal niet op een zelfde manier behandeld kunnen worden.
Bjorn.
[b]"[i]Cedant arma togae, concedat laurea linguae[/i]", Marcus Tullius CICERO, De Officiis 1, 22, 77.
"[i]Inter utrumque tene[/i]", Publius Ovidius NASO, Metamorphoses 2, 140.[/b]