Zijn de voorwaarden voor de taxatie van het persoonlijk voordeel voor gebruik van een personenwagen nog wettelijk te noemen?
Voor een wagen die in het buitenland aangekocht wordt daar wordt de belgische catalagusprijs genomen als basis voor de berekening.
Bij wie ligt de bewijslast om te bepalen of een gegeven voertuig dat in het buitenland aangekocht werd zelfs overeenstemt met een voertuig dat in België verkocht wordt? Wat bij verschillende opties als die standaard bijgeleverd worden? Wie dient te bewijzen of een in het buitenland aangekocht voertuig overeenstemt met het belgische aanbod van dat merk?
En dan dient de belgische BTW bijgevoegd te worden zelfs al zou het over een in het buitenland aangekocht tweedehands voertuig gaan?
Wat met een in het buitenland aangekocht voertuig dat aangekocht werd door een belgisch niet-BTW plichtige?
Waar is hier nog enige wettelijkheid in de regels van taxatie?
Binnen de Europese Unie gelden gelijke rechten, als de belgische staat weigert de feitelijkheden van een binnen deze Unie aangekocht voertuig te aanvaarden dan worden toch deze gegarandeerde rechten geschonden?