Wat denken jullie van volgende zaak:
In 2005 bestelde ik een oprit bij een aannemer.
Deze aannemer bestelde het nodige materiaal bij een handelaar in bouwmaterialen.
1 jaar later ontvang ik een aangetekend schrijven van deze handelaar met een aanmaning om de factuur voor bovenstaand materiaal te betalen.
Ik leg per fax en per telefoon uit dat de aannemer hun klant is en niet ik. Zij verontschuldigen zich per telefoon voor de vergissing. (bij de aanmaning zat een kopie van hun eigen leveringsbon waarop de aannemer als klant stond aangeduid, was dus duidelijk).
Een half jaar later ontvang ik een dagvaarding wegens onbetaalde factuur. Ik zet bovenstaande standpunt opnieuw uiteen, voeg het contract tussen mezelf en de aannemer toe en fax het geheel naar de handelaar.
In mijn begeleidend schrijven laat ik weten dat indien zij binnen de week hun vergissing niet schriftelijk bevestigen (zodat ik hun brief op de inleidende zitting kan voorleggen) dat ik dan een tegeneis zal instellen wegens tergend en roekeloos geding.
Denken jullie dat ik een kans maak om op deze manier een schadevergoeding te bekomen, of vraag ik beter een rechtplegingsvergoeding?
Liefst zou ik hebben dat de zaak op de inleidende zitting weerhouden wordt, want als ze naar de rol verwezen wordt moet ik sowiezo een advocaat inschakelen om de besluiten neer te leggen.