Uit ?een tussenvonnis bij de vrederechter? leid ik af dat het ?dringende voorlopige maatregelen?(art.223 Burgerlijk Wetboek) betreft.
In dat geval geldt:?Art.1253quater.Wanneer de vorderingen gegrond zijn op de artikelen...223...van het Burgerlijk Wetboek :...b) wordt de beschikking gewezen binnen 15 dagen na de indiening van het verzoek; de griffier geeft ervan kennis aan beide echtgenoten...d) is de beschikking vatbaar voor hoger beroep ongeacht het bedrag van de eis : hoger beroep wordt ingesteld binnen een maand na de kennisgeving;e) kan elk der echtgenoten te allen tijde in dezelfde vorm wijziging of intrekking vorderen van de beschikking of het arrest.?(Gerechtelijk Wetboek).
?een maand na de kennisgeving? is ongetwijfeld reeds lang verstreken,zodat het vonnis definitief is en dus ook cassatieberoep niet meer toelaatbaar is.
?De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg,die in eerste aanleg uitspraak doet over de voorlopige maatregelen inzake echtscheiding op grond van bepaalde feiten,is door die beschikking gebonden en mag die derhalve niet intrekken of wijzigen,tenzij de omstandigheden VERANDERD zijn.In dat geval,mag de intrekking of wijziging ingaan op een tijdstip dat de vordering tot intrekking of wijziging voorafgaat[Cass. ARC970342N,17 juni 1999(S. t. T.),onuitg.,TRD&I 2000-04,17].
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) in
http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ?Juridische aard? op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.