Daarom heeft de wetgever ook geregeld wie moet bewijzen. In het algemeen is het zo dat degene die van iemand iets vraagt zijn recht moet bewijzen. Anderzijds moet degene die stelt dat hij gedaan heeft wat hij moest doen (bijvoorbeeld betalen van de huur) bewijzen dat hij dit ook heeft gedaan, m.a.w. dat hij bevrijd is om de verbintenis uit te voeren.
Zo zal iemand die zijn huur cash heeft betaald aan de verhuurder een probleem hebben als de verhuurder beweert dat hij niets heeft ontvangen. Hij heeft misschien gelijk, doch zonder bewijs zal hij van de rechter geen gelijk kunnen krijgen. Hoewel de geldigheid van een overeenkomst niet afhangt van vormvereisten, zijn er bepaalde voorwaarden voor het bewijs. Een geldig contract dat niet kan bewezen worden heeft weinig nut.
Het volledige voorbeeld aanhalen zal meer duidelijkheid scheppen. Meer bepaald dat de bewijslast kan omgekeerd worden indien de klassieke bewijsregeling zou falen. Dat is niet het geval bij gebreken aan een huurwoning, de gebreken zijn duidelijk zichtbaar aanwezig, de gewestelijke overheid heeft zelfs een controleorganisme in het leven geroepen die de ernst van de gebreken op een objectieve wijze dient in te schatten en vervolgens het lokale gemeentebestuur dient te informeren. Op basis van dat rapport krijgt de verhuurder al dan niet een "vrijstelling", een probatieperiode om het pand in orde te zetten of een onbewoonbaarheidsverklaring voor zijn pand.
Het zal steeds de vrederechter zijn die de "graad" van de inbreuk bepaald en op basis daarvan een compensatie bepaalt. Zoals door Scorpioen reeds aangehaald zal deze in het merendeel van de gevallen oordelen dat het huurcontract komt te vervallen doch dat er een bezettingsvergoeding verschuldigd is equivalent aan de huur.Dit is een rechtstreeks gevolg van een vloedgolf van huurders die een annulering van hun contract wensten te bekomen voor pietluttigheden die bij een te letterlijke beoordeling onder de Vlaamse wooncode vallen.
Deze vorm van vonnis heeft, tenzij in de echt schrijnende gevallen, overal ingang gevonden aangezien ze in essentie het doel van de wetgever tegemoet komt (waar deze in zijn eigen wetgeving is heeft gefaald, door ze te vaag op te stellen.). De verhuurder wordt verplicht het pand in orde te zetten zodat het woningtekort niet nog groter wordt gemaakt.