#4 , 28 aug 2011 09:17
“Art.19. Moeten binnen de bij artikel 32 gestelde termijnen geregistreerd worden:...3° a) de akten houdende verhuring, onderverhuring of overdracht van huur van in België gelegen onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen, die uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting van een gezin of van één persoon...Art.35. De verplichting tot aanbieding ter registratie van akten of verklaringen en tot betaling van de desbetreffende rechten en gebeurlijk de geldboeten, waarvan de vorderbaarheid uit bewuste akten of verklaringen blijkt, berust ondeelbaar:...7° op de verhuurder ten aanzien van de onderhandse of buitenlands verleden akten waarvan sprake in artikel 19, 3°, a)...”(30 november 1939 Wetboek Registratierechten)
Deze wettelijke verplichting valt dus niet onder het dwingend recht van art.12 Woninghuurwet 20 februari 1991.
Komen de partijen anders overeen dan is die overeenkomst niet tegenwerpbaar aan de Fiscus.,onverminderd de burgerlijke gevolgen van art.3,§5,al.3 Woninghuurwet.
“Art.1730.§ 1. De partijen zijn verplicht een omstandige plaatsbeschrijving op te stellen, op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening. Deze plaatsbeschrijving wordt opgesteld ofwel tijdens de periode dat de ruimtes onbewoond zijn, ofwel tijdens de eerste maand van bewoning. Hij wordt gevoegd bij de geschreven huurovereenkomst in de zin van artikel 1bis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2 en zal eveneens onderworpen zijn aan de registratie...”(Burgerlijk Wetboek).
Indien een huurcontract niet geregistreerd is dan tast dit echter de geldigheid van de intredende plaatsbeschrijving niet aan.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/