Volgens welke regels ga jij de aansprakelijkheid van dit ongeval beoordelen als je dit niet doet volgens de wegcode.
Goede vraag, waar ik niet zo direct een antwoord kan op geven. Wat daarom niet impliceert dat de wegcode dan ook de enige bruikbare oplossing zou bieden.
Ik denk dat de redenering van de rechtspraak is: er zijn buiten de wegcode geen regels om de aansprakelijkheid te beoordelen. Een normaal, voorzichtig bestuurder gaat in zo'n geval de regels van de wegcode toepassen. En zo komen wet tot art. 1382 Burgerlijk Wetboek.
Dit houdt dus in: bij gebrek aan beter hanteren wij de wegcode.
Dan stel ik mij de volgende vraag: aangezien het verkeer van goederen en personen, met inbegrip van alle daarvoor aangewende voertuigen en voortbewegingsmiddelen, het meest omvangrijke sociaal evenement is wat wij kennen binnen onze hedendaagse samenleving, waar meer kans bestaat op conflicten en aanvaringen met materiële en lichamelijke schade als gevolg daarvan dan binnen om het even welk ander sociaal fenomeen, waarom moet dat fenomeen het dan nog altijd stellen met een surrogaat-wetgeving (toepassing van één wet bij gebrek aan beter), waar de burger, deelnemer aan dit fenomeen, nooit echt met zekerheid kan weten wat wèl en wat niet kan/mag?
Is hier niet een taak weggelegd voor wetgever / wet-specialisten / studenten recht?
De wetgever laat het aan de wijsheid van de rechter over om te beslissen wat in een concreto situatie in strijd is met het gedrag van een normaal voorzichtig burger, en dus een fout.
Ok.
Aangezien we dan toch de wegcode zouden gebruiken, laat ik hier nog even verwijzen naar de aanrijding waarvan sprake aan het begin van dit topic.
De precieze omstandigheden staan beschreven binnen de post van 04 maart 2011 00:41 dus hoef ik hier niet te herhalen.
In dat geval heeft de verzekeringsmaatschappij de bestuurder A in fout verklaard, zich baserend op eerdere uitspraken van rechtbanken, vertrekkend vanuit het standpunt dat voertuig B stilstond en werd aangereden door voertuig A.
Waar had men volgens mij moeten rekening mee houden:
1) voertuig B begon aan zijn achterwaartse maneuver pas nadat voertuig A reeds was begonnen met het achteruitrijden; (wegcode art 12.5)
2) voertuig B heeft geen rekening gehouden met het al aan gang zijnde verkeer bij het inzetten van zijn maneuver; (wegcode art 12.4)
3) voertuig B had geen of onvolledig zicht en diende dus extreem voorzichtig te zijn. (wegcode art 10.1.1°)
De kers op de taart echter was hier wel dat de bestuurder van voertuig A, die als lid is aangesloten bij de Gebruikersunie Test-Aankoop, zich had gewend tot de juridische dienst van deze organisatie ..... om daar te horen dat effectief alleen het feit dat voertuig B stil stond toen het werd aangereden in aanmerking kwam als doorslaggevend element (opnieuw met verwijzing naar uitspraken door rechters).
Dit houdt dus in dat je in het verkeer om het even wat kan uitspoken zolang je maar eerst stil staat op het ogenblik van een aanrijding.
En wat dan met die bestuurders die in een kettingbotsing terechtkomen, waarbij hun wagen naar voor wordt gecatapulteerd en tegen een andere wagen terecht komt? Dan zouden die er normaal gezien moeten vanaf komen zonder verantwoordelijk te worden gesteld. Maar nee, ook daar zal dan weer een andere interpretatie worden gegeven.
Dit alles bezien vanuit het licht dat, zoals ik daarnet aanhaalde, het verkeer één chaotische massa-ontmoeting tussen mensen is, brengt mee dat iedere deelnemer aan dat verkeer op geen enkel ogenblik exact kan weten of hij nu al dan niet correct bezig is, en de regels van de wet toepast zoals het hoort.
Dit brengt mij er toe om aan te stippen dat art 1382 wel eens zou mogen aangewend worden om de wetgever er op te wijzen dat die er een potje van bakt, en dat het ronduit schandalig is dat in deze ganse problematiek de burger gewoon in de kou blijft staan.
En zo kunnen we nog uren doorgaan om duidelijk te maken dat we niet zonder interpretatie kunnen.
Dat sommige voorvallen onvoorspelbaar zijn valt niet te ontkennen, maar daar kan je bezwaarlijk het verkeer van goederen en personen onder catalogeren, want daar zijn de mogelijkheden tot (niet de kansen op!) conflict vrij beperkt, de bestaande regels doorgaans behoorlijk duidelijk en het herkennen van bewust of ongewild fout gedrag vrij eenvoudig vast te stellen.
Wat niet wegneemt dat de wetgever de kwaliteit van zijn wetten ook beter zou kunnen verzorgen, zodat de wetten duidelijker zijn ...
Stelling welke ik volledig kan onderschrijven.

Ik verafschuw wat u zegt, maar zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen (Voltaire)