Volgens wat ik hier lees krijgt een overlevende echtgenoot (bv Anna) bij een verblijvingsbeding het gemeenschappelijk vermogen voor zich en moeten de kinderen wachten tot de overlevende sterft.
Als Anna dan inderdaad dat gemeenschappelijk vermogen krijgt, wat dan met het volgende: Jef heeft twee jaar voor diens dood nog een eigen (nog een ander) huis verkocht, maar de opbrengst ervan op een gemeenschappelijke rekening gestort. Is dat geld - tegenover de kinderen gezien - dan gemeenschappelijk vermogen, zodat Anna het definitief krijgt? Of moet Anna dat aangeven bij het overlijden van Jef, want dat voelt toch aan alsof Jef een deel van zijn "eigen geld" (de opbrengst) als een schenking aan Anna heeft gedaan (en schenkingen moeten toch worden ingebracht?)