Geen bewijs van verwantschap bij opzeg door eigenaar

aquaman
Topic Starter
Berichten: 11
Juridisch actief: Nee

Geen bewijs van verwantschap bij opzeg door eigenaar

#1 , 02 apr 2016 10:25

Beste,

Zoals vermeld in het topic http://www.juridischforum.be/forum/view ... 74#p414974 worden wij na 6maand huur uit de woning gezet voor bewoning door familie van de eigenaars. (familieband intrekkenden: Ouders van de eigenaar 1, Grootouders van eigenaar 2).

Wij hebben een bewijs van verwantschap gevraagd per AS tussen:
Eigenaar 1 en de opgegeven identiteit van de intrekkende bewoners (De heer en Mevrouw x, zoals opgegeven in de opzegbrief)
Eigenaar 2 en de opgegeven identiteit van de intrekkende bewoners.

Ondertussen hebben wij een nieuwe woonst gevonden en onze opzeg gegeven. De eigenaar meldt ons dat zij niets hoeft te bewijzen, dat het vanzelf bewezen wordt door de betrekking van de woning. (Volgens mij is de eigenaar in de war tussen bewijs van woonst en bewijs van verwantschap, al dan niet met opzet om ons te bedotten).

Kunnen wij het bewijs van verwantschap nog op enige wijze afdwingen nu wij onze tegenopzeg hebben gegeven?
Mocht dit bewijs ontbreken, kunnen wij dat dan gebruiken tegen de eigenaar (eventueel binnen een jaar als bewijslast dat niet de juiste personen het goed betrokken hebben? Per sms heeft de eigenaar namelijk al een derde bewoner als rede van opzeg gegeven. Die derde persoon staat niet in de originele opzeg en telt naar mijns inzien niet mee?)

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Vandebos
Berichten: 16087

#2 , 04 apr 2016 13:06

Met zelf opzeg geven vermoed ik dat u bedoelt dat u een tegenopzeg heeft gegeven?

Wat betreft het bewijs van verwantschap, U reageert best op het schrijven van de verhuurder opnieuw met verwijzing naar de huurwetgeving, meerbepaald art 3§2 en de erin opgenomen wettelijke verplicht tot het leveren van dergelijk bwijs indien de huurder hierom verzoekt.
§ 2. De verhuurder kan de huurovereenkomst evenwel te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, indien hij voornemens is het goed persoonlijk en werkelijk te betrekken of het op dezelfde wijze te laten betrekken door zijn afstammelingen, zijn aangenomen kinderen, zijn bloedverwanten in opgaande lijn, zijn echtgenoot, door diens afstammelingen, bloedverwanten in opgaande lijn en aangenomen kinderen, door zijn bloedverwanten in de zijlijn en de bloedverwanten in de zijlijn van zijn echtgenoot tot in de derde graad. (Wordt de opzegging gegeven opdat bloedverwanten in de derde graad het goed kunnen betrekken, dan kan de opzeggingstermijn niet verstrijken voor het einde van de eerste driejarige periode vanaf de inwerkingtreding van de huurovereenkomst.) <W 1997-04-13/43, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
De opzegging vermeldt de identiteit van de persoon die het goed zal betrekken en de band van verwantschap met de verhuurder. (Deze laatste moet op verzoek van de huurder de band van verwantschap bewijzen. De verhuurder moet aan dit verzoek voldoen binnen een termijn van twee maanden te rekenen van de kennisgeving ervan; zoniet kan de huurder de nietigverklaring van de opzegging vorderen. Die vordering moet op straffe van verval uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de opzeggingstermijn worden ingesteld.) <W 1997-04-13/43, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
(Het goed moet binnen een jaar na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder of, in geval van verlenging, na de teruggave van het goed door de huurder, worden betrokken. Het goed moet gedurende ten minste twee jaar werkelijk en doorlopend betrokken blijven.) <W 1997-04-13/43, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>
Indien de verhuurder, zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de betrekking van het goed niet verwezenlijkt, heeft de huurder recht op een vergoeding die gelijk is aan achttien maanden huur.
(De partijen kunnen evenwel overeenkomen om de mogelijkheid van vroegtijdige beëindiging uit te sluiten of te beperken.) <W 1997-04-13/43, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 31-05-1997; zie evenwel W 1997-04-13/43, art. 15>

Reclame

Terug naar “Huren”